274 om te zien of men al dan niet goed geobserveerd heeft [bladz. 139 vorigen jaargang]. Daarbij komt nog, dat de afwijkingen in L.S.5o, aangegeven moeten worden, herleid tot metermaat, om zoodoende te berekenen met welke gemiddelde baan wordt gevuurd en of die baan al dan niet kansen op (-(-) of schoten geeft. Bij het granaatkartetsvuur verdubbelt het aantal draaiingen en berekeningen zoodat, indien ten slotte de ligging van het springpunt is aangegeven, men een sterk beroep op zijn geheugen moet doen om nog te weten hoe het vuur eigenlijk in elkander zit. Ik zeg dat niet als een afbrekende critiek op den toestel, daar ik volkomen overtuigd ben dat bij eene theoretische behandeling van het inschieten het niet mogelijk is de zaak vlugger af te spelen. Alleen kom ik er tegen op, indien men de schietoefeningen binnens kamers wil afschaffen en vervangen door theoretische oefeningen met behulp van den toestel. Ik heb er vrede mede den toestel te gebruiken bij het inleidend onderricht van die oefeningen voor hen, die geen kans zien zich zelve enkele voorbeelden te stellenhij kan gebezigd worden totdat men een inzicht in de schietregels heeft ver kregen, alles wel, maar eens komt het oogenblik dat de andere fac toren, behalve de zuiver theoretische, op den voorgrond treden en dan dient er overeenkomstig de practijkdus met voldoende snelheid te worden gehandeld. Vraagt men nu: bestaat er een toestel die in dat geval van nut kan zijn en geene ballistische fouten hoe gering dan ook maakt, dan moeten wij volmondig erkennen tot nu toe niet. Een tweede vraag is echter kan men geen toestel zoodanig inrich ten desnoods door (theoretische) onnauwkeurigheden te begaan dat hij zonder tijdverlies en zonder andere berekeningen dan die welke in de batterij worden gedaan, kan worden gebezigd? Wij gelooven wel eene oplossing in die richting gevonden te hebben. Nu zullen de voorstanders van nauwkeurig werken mij mogelijk dadelijk tegenwerpen dat een dusdanige toestel nimmer tot een goed resultaat kan leiden en dat de leerlingen daarmede geheel verkeerde inzichten in de schietkunst verkrijgen. Dit hangt natuurlijk af van de meerdere of mindere mate van onnauwkeurigheid en van het doel, dat men met de oefening in de vuurleiding beoogt. Stel b.v. dat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 287