275 een onderwijzer er in slaagt een leerling een vuur geheel volgens de regels te doen leiden, niettegenataande hij hem de meest absurde uit komsten fingeert, zouden dien zelfden leerling dan de handen ver keerd staan, indien hij later een vuur leidde met meer waarschijnlijke uitkomsten? "Wij gelooven juist het tegendeel. Wat is b.v. een granaatkartetsvuur, indien men het vuur naar de correcties doet luis teren, niet een dood eenvoudig werk. Hoe geheel anders wordt het echter bij de soms zeer grillige uitkomsten bij practische oefeningen verkregen, waarbij springpunten buiten de in de schootstafels aange geven totale spreiding dikwijls schering en inslag zijn. Somtijds volgt men daarbij de regels zuiver op, zonder nochtans ingeschoten te raken, terwijl men een volgende keer bij het aanbrengen van fou tieve correcties (meestal het gevolg van verkeerd observeeren) toch het doel bereikt door het abnormaal vallen der schoten. Dit is een bewijs dat er nog hier en daar wat aan hapert, hetzij doordat de opgaven van de schootstafels onder omstandigheden worden gescho ten zoo gunstig als men die zelfs bij practische oefeningen nimmer verkrijgt of wel doordat de schietregels niet voldoende zijn geba seerd op de nog niet geheel bekende wetten van de sprei dingen der springpunten. Ook kan men op technisch gebied wel eens tegenvallers krijgen, die oorzaak zijn dat het vuur minder goed verloopt. Hoe dat ook zij, de vuurleider moet met zijne vuurmonden werken onder de omstandigheden, die het oogenblik medebrengt en die dik wijls anders zijn dan hij ze gewenscht zou hebben. Het is zijn taak onder alle omstandigheden met de hem ten dienste staande middelen te woekeren en daartoe behoort: te trachten de springpunten in eene zone de brengen, waarin uitwerking op het doel mag worden verwacht. In het algemeen kan men dus niet altijd naar de uitkomsten met juistheid een oordeel vellen over de vuurleiding. Het schiet- staatje van den vuurleider moet daarom worden nagezien om zich te overtuigen of er al dan niet fouten zijn gemaakt en of er met oordeel is gehandeld. Dit nu is eene controle geheel vrij van den toestel. Zulks neemt echter niet weg, dat, aangezien men in gunstige omstandigheden met het opvolgen der regels ingeschoten raakt, het wel aanbeveling verdient de schoten niet steeds abnormaal of wille-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 288