'283
kromme van de wijzerplaat zelve hebben geconstrueerd is uitleg
ging op dit punt geheel overbodig, voor anderen, die de zaak daar
entegen minder ernstig hebben bekeken, kan zij van nut zijn.
Wil men b.v. weten hoever het gemiddeld trefpunt vóór het
doel ligt indien de verhouding van het aantal tot het aantal
(-)-) schoten bekend is, dan stelt men den wijzer op de verdeeling
van den binnencirkel, die bedoeld aantal schoten (percentsgewijze
uitgedrukt) aangeeft. De verdeeling op den arm, die daarbij op de
kromme staat, duidt de gevraagde ligging (in L.S 50 uitgedrukt) aan.
Deze waarde met de LS.BQ voor den afstand vermenigvuldigende ver
krijgt men de ligging ten opzichte van het doel in meters uitgedrukt.
Yoor trefkansberekening op eene strook van bepaalde grootte
deelt men de afmetingen van het doel op de LS.50 en stelt
de verdeeling van den arm, die deze verhouding voorstelt, op de
kromme. Het aantal procenten (af te lezen op den binnencirkel),
begrepen tusschen den wijzer en het getal 50, met twee vermenig
vuldigende duidt ons de gevraagde trefkans aan. De uitlegging
hiervoor vindt men bij het nalezen van de wijze waarop de kromme
is geconstrueerd (bladzijde 131 en 132 vorigen jaargang).
Wil men weten hoeveel A. bij eene bepaalde S.H. kunnen wor
den verwacht, dan sohuift men het getal, dat die S.H. aangeeft
[met inachtname van de waarde, die de cijfers der S11. op iederen
afstand hebben] op het O-punt van den verdeelden arm. Stelt men
nu den wijzer met het O-punt van de S H. schaal op de kromme,
dan kan men uit de procenten gelegen tusschen den wijzer en het
O-punt van den cirkel het aantal A. aflezen.
Natuurlijk handelt men bij deze laatste bewerking niet wiskundig
zuiver en ook niet volgens de gegevens van de schootstafel, daar de
schaal der S H., zooals wij hierboven aantoonden, voor iederen afstand
ongeveer 1^ maal te groot is en overigens niet volkomen juist is
aangegeven. Het resultaat, dat men dan ook krijgt, is meer een dat
dc werkelijkheid nadert. Zonder gebruikmaking van de schuif voor
de SH. kan men het vraagstuk ook zuiver theoretisch oplossen.
Men deelt dan de H.S.50 op de bepaalde S.H. en stelt de verdee
ling van den wijzer, die deze breuk aangeeft [naar het midden re
kenende] op de kromme, waarna men het procent A. kan aflezen.