286 teurs van kleine hospitalen en garnizoenen met veelal kleine ver- antwoordingen. En toch zou men roet een geldkist niet afdoende gebaat, althans daarmede voor inbraak en diefstal niet geheel gevrijwaard zijn. Werd zelfs niet eenige jaren geleden op een der posten van de linie in Groot-Atjeh op klaarlichten dag een geldkistje, van het model der gouvernementsgeldkisten, weggehaald. Het kistje was in een gesloten kast geplaatst en met schroefbouten in den bodem dier kast vastgemaakt. Van het geld noch van den dief, welke toch alles tegen had, werd ooit iets ontdekt. Zou men daarom de oplossing van het vraagstuk niet in andere richting moeten zoeken? Zou het niet mogelijk zijn, compagnies-com mandanten, zoo niet geheel, dan toch grootendeels te ontlasten van hun geldelijk beheer, door dit over te brengen op de kwartiermeesters? Met belangrijke verlichting van genen, zonder te groote belasting van dezen, zou dunkt ons de zaak op de volgende wijze het een voudigst zijn te regelen: In stede van eene som ter goeder rekeuing voor de behoeite van veertien dagen, verstrekt de betrokken kwartiermeester aan compagnies-commandanten op voorloopig bewijs dagelijks de voor het doen van betalingen voor dien dag benoodigde gelden. Het zal bij onvoorziene belangrijke mutaties kunnen gebeuren dat een enkele keer een suppletoir voorschot noodig is. Men kan echter gevoegelijk aannemen, dat compagnies-commandanten, bij het vaststellen hunner voorschotten, met dergelijke gevallen rekening zullen houden. In mindering van die voorschotten worden reeds dadelijk gebracht de tusschentijds ontvangen dan wel de van de soldij in te houden be spaarde gelden. Die dagelijksche voorschotten worden om de 10, dan wel 8, 9 of 11 dagen verantwoord door middel van de gebruikelijke tiendaagsche afrekening. Voor de over die tijdvakken ingehouden en ontvangen bespaarde gelden worden stortingstaten (model No. 25) overgelegd, waardoor dan de tot nu toe gebruikelijke maandelijksche afdrachten kunnen vervallen. Voor de onverantwoord gebleven, Zou bij eene définitieve invoering van een rjjkspostspnarbank in Ned.-Indië, het spaarfonds, als hebbende alsdan zijn grootste reden van bestaan verloren, niet knnnen worden opgeheven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 299