289
De santen heeft iets grijzer tint, welke na vermenging met melk,
al zeer weinig in 't oog valt.
De reuk van zuivere, verache santen, is slechts zwak en in ver
menging met melk niet waar te nemen.
De smaak is kenneljjk genoeg, maar verdwijnt geheel door be
hoorlijke toevoeging van melk en blikkemelk.
Een mengsel van 1 deel santen en 3 deelen hospitaalmelk, welke
reeds een onbekend quantum klappermelk bevatte, werd geproefd en
„zonder bijzonderen smaak" verklaard.
Aan den eisch van goedkoopte de eerste van den vervalscher
voldoet de klappermelk natuurlijk ook.
Behalve suikermelk het woord is niet heel correct, maar toch
korter dan: „met suiker geconserveerde melk," (blikkemelk kan ook
zonder suiker geconserveerd zijn) behalve suikermelk dan en klap
permelk, staat den vervalscher natuurlijk nog water ten dienste, nog
minder door oog en smaak te ontdekken, 't Ligt derhalve voor de
hand, dat heel wat melk wordt aangenomen en aan de zieken verstrekt,
welke alles behalve „pas van de koe" is.
Wenschelijk zou het daarom zijn, wanneer meer dan over 't algemeen
geschiedt en geregelder de wetenschap van den apotheker tot keuring
der melk werd ingeroepen.
Waar melk dikwijls het eenige voedsel van den zieke is, staat ze
op de grens tusschen voedings- en geneesmiddel en kan er waarlijk
geen zorg genoeg voor worden gedragen.
Hoe nu de melkvervalsching te ontdekken?
Andere toevoegsels dan de genoemden komen, meen ik, niet voor.
Gekookte rijst of andere zetmeel houdende stoffen zijn te gemakkelijk
te ontdekken door de jodiumproef dan dat de vervalscher zich daar
aan zou wagen. Ik tenminste nam de toevoeging van dergelijke
andere stoffen nooit waar.
Yoor zoover het hospitaal hier betreft is er daarentegen geen reden
om aan te nemen, dat de vervalsching met suikermelk en klapper
melk niet reeds lang zou gepleegd zijn, toen door den administrateur
mijne medewerking gevraagd werd.
De melk smaakte niet kwaad, wel wat „dun" en te zoet voor
normale melk, alhoewel dit laatste niet opmerkelijk was.