292 De door den leverancier herhaaldelijk aangeboden melk, gaf de reactie reeds na enkele oogenblikken. De ring wordt breeder naarmate het gehalte aan suiker grooter is, zoodat de geheele laag zwavelzuur gekleurd kan zijn. Over 't opsporen van suiker in melk zweeg de literatuur tot dusverre. Eerst in een onlangs ontvangen tijdschrift vind ik melding gemaakt, van in Europa voorgekomen vervalsching van melk met suiker en wordt eene reactie ter nasporing opgegeven, welke evenwel minder doelmatig is dan de bovenstaande. De reactie bestaat in het verwarmen tot 80° van een mengsel van melk, molybdas amonicus en zoutzuur. Blauwkleuring zal de aanwezigheid van suiker aantoonen. Yervalsching met santen kan ook door 't microscoop ontdekt worden hiervoor vond ik de volgende aanwijzingen 1. de belangrijk grootere vetbolletjes, welke in santen voorkomen» 2. de ringvaten (als laddertjes uitziende) uit den vruchtwand, als verontreiniging in de santen overgaande; 3. ongekleurd celweefsel, als zoodanig onder 't microscoop gemak kelijk te herkennen door toevoeging van reagentia; 4. onregelmatige korrels en stukken van geel tot rood en zwart gekleurd, welke in 't kiemwit-weefsel verspreid liggen en bij de bereiding der santen (raspen en kneden met water) noodzakelijk in deze overgaan. 5. stralige schimmelmassa's, zooals ook in slechte blikkemelk voorkomenhier dikwijls uitgaande van de onder 3 genoemde gekleurde klompjes. Santen gaat snel in bederf over, ook in pas geopenden klapper krioelt het van bacteriën. In santen komen nog eigenaardige, zeshoekige, plaatvormige eiwit lichaampjes voor kristalloïden welke evenwel in de melk schijnen op te lossen. Ik vond ze nimmer in met santen vervalschte melk, hetgeen wel 't geval was met de van 1 t/m 5 genoemde elementen. Suikermelk en santen zijn dus door eenvoudige proeven op te sporen, zonder dat een belangrijke vertraging in de verstrekking der melk noodig werd. 1) Een anorguniich zout van het metaal Molybdaenium. Bed.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 305