314
(blinden, infirmen en veteranen), waaronder 336 ot bij na de helft infirmen
uit de Koloniën, dan zullen de lezers zeer zeker volmondig met ons
instemmen, dat het fonds ernstig werkzaam is in het belaag van den
Indischen soldaat, en dat die werkzaamheid ruimschoots onze belangstel
ling en sympathie verdient.
Overtuigd dat het onzen zedelijken plicht is hen, die over het lot van
onze oude strijders waken, door milde bijdragen in ruime mate in staat
te stellen daarmede op onbekrompen wijze voort te gaan, houden wij U,
officieren van het Nederlandsch-Indische leger voor oogcn hoe gij uwen
naam, uwen roem voor het meerendeel aan den met U strijdenden soldaat
te danken hebt.
Voor het in ontvangst nemen van bijdragen ten behoeve van het
voornoemde Fonds bieden wij onze tusschenkomst aan.
Redactie.