321 BEREKEND VOLGENS VOLGENS DE OPGAVEN (43) en (44). DER SCHOOTSTAFEL. 3 Nieuwe buizen Oude buizen 1884 1894 LSso IiS50 HS60 hs50 1000 27,5 1,29 42,6 1 90 75 4,06 25 2,2 1100 27,5 1,46 42,8 2,16 4,58 27 2,5 1200 27,6 1.63 43,1 2,42 5,14 29 2,7 1300 27,7 1,82 43,5 2.72 5,73 31 3,0 1400 27,8 2,01 43.9 3,05 6,34 34 3,2 1500 27 9 2,21 44,6 3,40 6,97 37 3,5 1600 28,0 2,42 45,5 3,77 7,64 39 3,8 1700 28,1 2,64 46,2 4,17 8,37 42 4,1 1800 28,2 2,87 47,0 4,62 9,13 44 4,3 1900 28,3 3,12 47,9 5,07 9,94 47 4,6 2000 28,4 3,38 48,9 5,57 10,81 49 4,9 2100 28,5 3.66 49.9 6,15 11,72 52 5,2 2200 28,7 3,94 51,0 6,74 12,67 54 5,5 2300 28,8 4,23 52,0 7,38 13,67 57 5,8 2400 28,9 4,54 53,0 8,05 14,74 59 6,2 2500 29,0 4,87 54,0 8,75 15,88 62 6,5 2600 29,2 5,21 55,0 9,48 17,08 64 6,9 2700 29,4 5,57 56,0 10,3 18,36 67 7,2 2800 29,5 5,94 57,2 11,2 19,73 69 7,6 2900 29,7 6,35 58,5 12,2 21.19 72 8,0 Vooral bij nieuwe buizen is het zeer opmerkelijk, hoe de afname van den eersten term opweegt tegen de aangroeiing der beide andere; men kan de spreiding dan ook zonder eenig bezwaar als constant beschouwen. Bij oude buizen daarentegen ziet men, vooral op afstanden boven 2000 M. eene duidelijke aangroeiingook is de afname aanvankelijk iets ster ker. Berekent men de hoogtespreidingen volgens de benaderingsformule h pl, dan vindt men nagenoeg dezelfde waarden als bij toepassing van formule (44); het grootste verschil bedraagt niet meer dan 0,2 M. Bij het samenstellen van de schootstafel van 1884 is men uitgegaan van het denkbeeld, dat de lengtespreidingen op alle afstanden onge veer dezelfde waarde hebben. Bij de schietproeven vond men op afstanden van 110, 829, 1554, 2258 en 2822 M. 50°/0 spreidingen "O Ti LS50 LS50 LS50 HS50 V n V D 7) n r> 5? J? 7) n V n n j? V

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 334