326
gesmukt de uitkomsten weergeven, zooals die op het proefveld zijn
gevonden. Deze gegevens danken wij aan den arbeid van dea toen-
maligen Kapitein, thans Kolonel W. Boetje, opgenomen in den Mili
tairen Spectator van het jaar 1890, bladzijde 155 178. Het doel
dezer studie was langs empirischen weg de wetten van de spreiding
der springpunten op te sporen, en in de eerste plaats de betrekking
tusBchen de hoogte- en de lengtespreiding te vinden. Als grond
slag van deze beschouwingen werden aangenomen de uitkomsten van
103 verschillende seriën van schietproeven, genomen bij de Commis
sie van Proefneming te Scheveningen. Op grond van deze proeven
kwam de Kapitein Boetje tot de volgende conclusiën:
1/ Niet ieder punt in het parallelogram CBCB (fig. 3) kan de
plaats van een springpunt zijn. Zoowel in het bovenste als in het
benedenste deel komen geene springpunten voor en de hoogtesprei
ding is alzoo kleiner dan uit de formule h pl -f- H zou volgen.
2/ In de overgroote meerderheid der onderzochte gevallen is de
hoogtespreiding kleiner dan het product van de lengtespreiding en
den tangens van den invalshoek.
3/ De betrekking tusschen hoogte- en lengtespreiding is van
zoo samengestelden aard, dat zij onmogelijk door eene eenvoudige
empirische formule kan worden uitgedrukt
4/ De hoogtespreiding der baaD, is nagenoeg altijd kleiner, dan
die der springpunten.
5/ De lengtespreidingen ondergaan bij het aangroeien der spring-
afstanden slechts geringe veranderingenop verre afstanden nemen
zij echter voortdurend toe.
6/ De hoogtespreidingen worden aanhoudend grooter.
Wij zullen nu achtereenvolgens nagaan in hoeverre deze conclusiën
in overeenstemming zjjn met de door ons afgeleide theoretische wetten.
ad. 1. Wij hebben in koofstuk III A. [zie formule 22] reeds
bewezen, dat h altijd kleiner moet zijn, dan pl -j- H. Dit bewijs
is algemeen, en geldt dus in alle mogelijke voorkomende gevallen,
onverschillig of er al dan Diet nauwkeurig gericht wordt en de tijd-
buizen goed of slecht zjjn. De theorie wordt hier door de praktijk
volkomen bevestigdzij leert echter meer dan de praktijk. Het zou
bijv. langs den weg der proefneming zoo goed als onmogelijk zijn