OAZE lALANDSCHE FUSELIERS. k Vraag het woord om wat te prateu over Kromo, stamboek- nummer zooveel duizend en de rest, een kennis van ons allen. Wie onzer heeft zich niet geërgerd aan zijne langzame bedaardheid, aan zijne onuitputtelijke leugenrijkdomzich verwonderd over zijne geringe behoeften, zijne gemoedelijke tevredenheid onder alle omstan digheden Wij maakten immers reeds kennis met hem bij zijne intrede in ons eigenaardig kringetje en herinneren ons nog zeer goed, dat schuw bedeesd dessajongentje, dat zich zoo vreemd voelde in zijn jasje en broekje en nog vreemder, hulpeloozer in de voor hem nieuwe omgeving, waarin zelfs zijne landgenooten eene voor hem onverstaanbare taal spraken. Het heeft ons toen getroffen, hoe spoedig hij zich wist te schikken in al dat nieuwe, onbegrijpelijke hoe spoedig hij zich thuis voeldp, ra wat kazernetaal en ongema nierdheid te hebben geleerd van de blanda's en na zijn natuurlijken aanleg voor liegen, dobbelen en goedverkoopen te hebben ontwikkeld in den omgang met zijne rasgenooten. Wij waren het, die hem in deze periode, maar met heel wat moeite, de velerlei kundigheden bijbrachten, die door anderen onmis baar werden geacht voor den soldaat. Wij ook hebben hem, zoo toegerust, zien aankomen bjj een veld- bataljon en met ongehoorde snelheid zijne militaire kennis en kun digheden zien dalen tot het daar gebruikelijke peil. Later is hij met ons in 't vuur geweest, nu eens bewijzen gevende van grooten persoonlijken moed en trouwe aanhankelijkheid, zelfs in de moeielijkste omstandigheden; dan weer, onder den indruk van het oogenblik, optredend met eene zenuwachtige gejaagdheid, eene neiging tot vreesachtig aarzelen, die hem bij den aanval onbetrouw baar, bij een' terugtocht gevaarlijk maakten. Is hij dus ons allen, sinds jaren, een bekende, toch beoordeeien

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 344