345 verliezen ontwaart, ia mede opgerukt en gelast den luitenant com mandant der inf16-afdeeling aan deze zijde van de waadbare plaats in stelling te blijven, terwijl hij persoonlijk de aanvalstroepen, ook aan gene zijde van de rivier, in het terrein volgt. Intusschen is een tweede peloton infauterie, ingevolge bericht N°. 15 van den colonne-commandant (zie hierboven) naar de waadbare plaats opgerukt, het kwam echter te laat om aan het vuur deel te nemen. Ook dit peloton neemt stelling aan deze zijde van de waadbare plaats. Het juiste inzicht in den gang van zaken van den luitenant com mandant der rechter-verkenningspatrouille in kpg. E. is niet zonder gevolg gebleven. Zonder zijn bericht N°. 3 en zonder het daarop genomen initiatief van den commandant der inf10.-voorhoede zou 's vijands terugtochts weg niet bijtijds zijn bedreigd en zou zijn terugtocht ongestoord hebben plaats gehad. Wel is waar had de colonne-commandant last gegeven een geheele compagnie (zie bericht N°. 15 blz. 144) naar kpg. E. te dirigeeren, doch zooals wij gezien hebben, kon de aanval, eenmaal ingezet, tot aan de waadbare plaats worden doorgezet, waardoor de compagnie van de inf^.-voorhoede, op het signaal „het geheel voorwaarts" (9.38 V.M.) niet meer in tijds tegenover de waadbare plaats in stelling kon komen. Gedurende den aanval werd naar iedere versterking op de heuvels slechts een sectie infanterie gedirigeerd, waarbij de afdeeling genie troepen, omdat in iedere versterking enkele vijanden stand hielden, die, hoewel spoedig neergeschoten, den sectiën nog vrij belangrijke verliezen toebrachten. Beide sectiën bleven in de versterkingen in stelling en daar beide heuvels voor de beveiliging van het te betrekken bivak bezet moeten blijven, ruimden de genietroepen voorloopig niets op; zij bepaalden zich, ter wille van gemakkelijker verkeer, tot het verbreeden van het voetpad naar die versterkingen, door aan weerszijden van dat voetpad de bamboedoeri een weinig op te ruimen. Ook de beide pelotons cavalerie, die wij ais „dekking linkerflank aanvalscolonne" opgesteld weten (7.31 V.M.) verdienen nog een oogenblik onzen aandacht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 358