359
Ik pleit hier volstrekt niet voor de volmaaktheid van laatstge
noemde inrichtingen; dat zij verre! De eerlijkheid echter gebiedt
te erkennen dat zij ten aanzien der opleiding van ons kader den
troep veel en gewichtig werk uit de handen nemen.
Wordt dit meer algemeen ingezien, en verder in het oog gehouden,
dat de geschiktheid van ons kader voor verreweg het grootste ge
deelte afhangt van de verdere opleiding en vorming bij den troep,
dan zullen de betrokken officieren met meer omzichtigheid te werk
gaan bij het voordragen van militairen voor de kaderschool en zich
beijveren, om daarvoor werkelijk niet anders dan de beste elementen
te kiezen. Des te lichter zal dan immers de taak vallen, om in
aansluiting met het aan die inrichting verkregen „fond" hunne op
leiding te voltooien, en hen tot alleszins bruikbaar kader te vormen.
Moge voor de thans vrij algemeene miskenning, die de kaderscholen
van de zijde der troepenoificieren ondervinden, meerdere appreciatie
in de plaats treden
De meerdere belangstelling, waarin zij zich dan zullen mogen
verheugen, zal ongetwijfeld spoediger kunnen leiden tot de in nog
zoo menig opzicht noodige verbetering dier inrichtingen.
v. H.
