„EEK KIEL WE? ATJEHKAART" 1)0011 EEK IKDISCH
CARTOGRAAF 01» blz. 62. e v. I. M. T. K°. 1. 1S9S.
Vergun mij, geachte Redactie, eenige plaatsruimte om protest aan
te teekenen tegen de wijze waarop onder bovenstaanden titel door
een „Indisch Cartograaf" critiek is uitgeoefend op de door den
eersten Luitenant L. W. J. K. Thomson samengestelde kaart van
het gebied bezet in Groot-Atjeh.
Over de op- en aanmerkingen op technisch gebied, welke m. i.
voldoende geneutraliseerd worden door de zeer bevoegde beoordee
lingen in de Militaire Spectator en elders, wensch ik met den schrijver
niet in debat te treden, al ware het alleen om niet bloot te staan
aan het verwijt „Gij zijt geen deskundige, ge hebt geene behoorlijke
„opleiding in het opnemen en carteeren gehad, dus aan uw
„oordeel is geen waarde te hechten", (zie blz. 67 alinea 5 v. b. Afl. 1).
Alleen wensch ik op te merken, dat de deskundige (cartograaf)
zich m. i. niet op een onpartijdig standpunt heeft geplaatst en het
werk van den heer Thomson heeft getoetst aan de eischen, die men
bij onze zoo hooggeroemde Topografische Inrichting te Batavia aan
Topografische kaarten stelt.
Alsof het op den weg van den heer T. zoude liggen die uitstekende,
langdurig voorbereide kaarten, aan ons Indisch Leger te verschaffen
Een ieder, die den heer Thomson kent en die zijn waardeerend
schrijven in eene vorige aflevering van het I, M. T. over onze Topo
grafische Inrichting gelezen heeft, zal begrijpen, dat hij met zijn werk
geenszins bedoeld heeft die inrichting in reproductie op zijde te streven,
al is het dan ook dat hij wat tijdstip van uitgave betreft haar voorbij
heeft gestreefd (vergelijk bij deze woorden noot I blz. 63).
Elk officier, die eenig werk zijner kameraden met welwillendheid
ontvangt (en die zijn er gelukkig velen, blijkende uit de talrijke woorden
van waardeering, die Tb. van alle zijden heeft ontvangen) zal gezegd