374
te geven was mij, „den dilettant" (blz. 78) onmogelijk. Daarvoor
moet men Indisch cartograaf zijn van het beoordeelingavermogen des
criticus.
Mij leek het plaatsen van een conventioneel teeken boven het
woord Selitnoen voor het publiek absoluut voldoende. De carto
graaf zal dat overzichtskaartje, waarvan hij de herkomst n. b. zoo
juist aangeeft (blz. 66), toch ook niet als terreinkaart beoordeelen (1)
En nu de uitvoeringwelke met werk van zéér inférieure kwaliteit
bestempeld wordt.
„Over den smaak valt niet te redetwisten." Elk der lezers vorme
zich dus een oordeel.
Onbillijk in de hoogste mate is het echter om bij die beoordeeling
uit het oog te verliezen onder welke omstandigheden de kaart moest
vervaardigd worden. Waar in den kortst mogelijken tijd eene
goedkoope kaart (2) geleverd moet worden, daar kunnen onmogelijk
die eischen gesteld worden, welke een Topographisch Bureau te recht
bij hare reproductie laat gelden. Daar kan onmogelijk aan het maken
eener netteekening voor de photographie gedacht wordendaar kan
aan de retouche niet die groote zorg besteed wordeD, welke uit
den aard der zaak denkbaar is, als er, zooals bij de militaire
inrichtingen, personen bestaan, die nagenoeg alleen met het nazien
der drukproeven hun traktement verdienen; daar is het niet mogelijk
aan eene gegraveerde beschrijving te denken, waarbij elke naam een
visitekaartje is.
Aan de hand der elementen hiervoren genoemd was photolitho-
graphische reproductie-methode in hoofdzaak onvermijdelijk, en als
de Indische cartograaf nu erkent, dat de als uitgangspunt dienende aan
vullingsbladen niet meer waren dan bruikbare schetsendie dan ook niet
in den handel gebracht zijn" dan vraag ik of de uitgever eene critiek, ver
dient, zoo vernietigend naar den vorm als de onderwerplijke. Juist een In
disch cartograaf, die weet wat photolithographic als reproductie-methode
beteekent en die de eischen kent welke het Topographisch Bureau aan
(1) Welke waarde ik zelf aan dat brokje van '83 toeken, bljjkt wel ten duidelijkste
uit den titel mijner kaart, waarin ik het zelfs niet eens vermeld.
(2) Begrijpelijkerwijze hebben beschouwingen over den zeer geringen prijs in de
critiek geene plaats gevonden.