414
daarin aanleiding, het legerbestuur eene opgave aan te bieden, be
treffende de verdeeling van het onderwijs aan de school, en verzocht
de korpscommandanten daarmede in wetenschap te stellen, opdat zij
daarnaar het onderwijs konden regelen, dat bij de korpsen werd gegeven
aan de voor de onderofficiersschool bestemde onderofficieren. Hij
beoogde hiermede meer eenheid in het onderwijs te brengen, den tijd,
dien een onderofficier aan die inrichting moest doorbrengen, alvorens
het officiersexamen te kunnen afleggen, te bekorten en minder in de
noodzakelijkheid te zijn om bijna al de onderofficieren, die bij de
inrichting werden gedetacheerd, in de laagste klasse te plaatsen. De
Legercommandant, het rationeele hiervan inziende, gaf bij eene circu
laire te dien aanzien de noodige wenken.
In het belang van het practisch onderwijs achtte het legerbestuur
het in 1858 noodig, dat in de nabijheid van de onderofficiersschool
eene exercitiebatterij werd opgeworpen, zoodanig te bewapenen, dat
de eleves voldoende onderricht konden ontvangen in al die artil
lerie-exercitiën, welke hun later als postcommandant zouden te pas
komen. De batterij werd opgeworpen in de nabijheid van het kruit
magazijn te Meester-Cornelis, waar zij nu nog bestaat, en werd
bewapend met 2 ijzeren kanonnen van 3 16 Lt., gemonteerd op ijzeren
cirkelaffuiten, waarvan een als walaffuit en het andere als cirkelaf
fuit opgesteld werd, 2 bronzen Coehoornmortieren van 13 of 11^
duim op blok en 1 bronzen kanon van 316 op bergaffuit, benevens het
voor deze vuurmonden benoodigde laadgereedschap, enz.
In 1858 diende de Legercommandant het voorstel in tot verbou
wing der onderofficiersschool, zoodanig dat op de inrichting 116
élèves konden geplaatst worden. Hoewel het plan bestaan had om
de school voor 120 élèves in te richten had de Legercommandant
daarvan moeten afzien, omdat de gelegenheid tot bijbouwing der ka
mers voor 4 onderofficieren minder gunstig was. De omstandigheden,
waarin het logies voor 116 élèves verkeerde, waren zelfs niet gunstig,
want aan de Indische regeering werd medegedeeld, dat indien het
cijfer van 116 élèves niet kon worden bereikt, de vertrekken, die
door 2 élèves werden bezet, slechts aan 1 onderofficier ter bewoning
zouden worden gegeven omdat die vertrekken voor 2 personen wel
wat te klein waren. De kosten dezer verbouwing, waaraan door den