418
onderofficier, 6 sergeanten, 1 fourier, 4 Europeesche fuseliers, 8
Europeesche tamboers en 35 inlandsche bedienden. Deze voorstellen
werden in Juni 1864 bij de Indische regeering overgebracht. Toen
deze daarop inlichtingen verzocht, gaf het legerbestuur in Januari
1866, in antwoord daarop, in overweging, op die voorstellen geene
beschikking te nemen of, beter gezegd, die buiten beschikking te
houden. Da toenmalige Legercommandant achtte de door zijn ambts
voorganger ingediende voorstellen onvoldoende en zoude later op dit
onderwerp terugkomen, te meer omdat hij van oordeel was, dat de
Militaire school niet die resultaten opleverde, welke daarvan in het
belang van het leger moest kunnen worden verwacht, zoodat eene
reorganisatie der inrichting noodig was, die ingrijpender behoorde te
zijn dan de door zijn voorganger ingediende formatiewijziging.
Die ingrijpende reorganisatie is, zooals de geschiedenis der Militaire
school ons geleerd heeft, achterwege gebleven. In 1872 kreeg deze
inrichting een nieuw reglement, krachtens welk zij eene opleidingschool
voor aanstaande officieren der Infanterie, Cavalerie en Militaire Ad
ministratie werd, maar waaruit overigens niets blijkt van eene in
grijpende reorganisatie.
Ten slotte mag gevraagd worden naar de resultaten van deze
Indische militaire instelling.
Tot officier werden van deze instelling bevorderd:
Yan 1 October 1852 tot 1 December 185688 élèves.
1 December 1856 1 April 185853
1 April 1858 14 Maart 186029
14 Maart 1860 1 Januari 1867265
Totaal 435
waarbij nog gevoegd moeten worden27
die als geëxamineerde onderofficieren de inrichting
hebben verlateD, omdat zij, wegens gebrek aan
vacatures, niet terstond tot tweeden luitenant zijn
benoemd, nadat zij met voldoenden uitslag het
officiersexamen hadden afgelegd
Totaal 462
die van 1 October 1852 tot 1 Januari 1867 van de in-