427 natuurlijk. Op dit punt nu ia het Hollandsche Velddienstvoorschrift veroaderd en uit den aard der zaak het Indische ook. Wat toch is de quaestie? In het Nederlandsche voorschrift wordt de veld wacht nog be veiligd door vedetten; in de practijk geschiedt zulks evenwel in Nederland, Duitschland en Rusland door z.g. kozakken-of korpo- raalsposten. Hieronder verstaat men een post, bestaande uit 1 kor poraal en drie man. Iedere veldwacht Btelt 2 zulke posten uit. Het groote voordeel van een postenketen, bestaande uit korporaals- posten boven eene uit vedetten samengesteld, zal blijken uit het volgende. 1°. Men heeft bij iederen post een Commandanteen eenigszins ontwikkeld man, van wien verantwoordelijkheid ban worden gevergd. 2°. Door zijn grootere sterkte (4 man) heeft de post eenig weer standsvermogen en behoeft niet voor vijandelijke patrouilles van 5 of 6 man terug te gaan. Als toelichting hierop dienen de volgende gedragregels van den korporaalsposto Ter bestemder plaats aangekomen stijgt de korporaal met zijne manschappen af, geeft de vier paarden aan één man en stelt dezen zoo gedekt mogelijk op. Vervolgens zoekt hij met de twee overige man schappen een plekje uit op hoogstens 30 a 40 passen van zijne paarden en stelt zich voor alles verdekt op. Eén man wordt op den uitkijk gezet en klimt daartoe in een boom, op een aardophooging of een ander hoog punt. De korporaal en de andere man, de karabjjnen naast zich, rusten intusschen. Nadert nu een kleine vijandelijke patrouille, b.v. eene cavalerie- patrouille van 5 of 6 ruiters, dan laat men deze kalm naderen tot een 20 k 30 pas, een afstand waarop men zeker is minstens één man neer te schieten, iets waarop men bij een sterkte van 3 kara bijnen toch wel rekenen mag. Wij stellen ons voor dat eene verkennende patrouille, die opéén zelfden dag tweemaal zoo begroet wordt, niet veel meer zal verken nen; bovendien kan zij niets anders melden dan „vuur gehad W. rand van kampong N", zonder iets te kunnen mededeelen over op stelling of wapensoort. Is de naderende patrouille te sterk om op de aangegeven wijze

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 440