EG==ÜtXAB en EP=^XAB
431
AB de hoogte van de richtlijn bij horizontale richtas boven den grond;
C het doel op een bepaald oogenblik;
D het doel na een zeker tijfsverloop;
EH het richttoestel
dan snijdt de richtlijn BC het toestel in F en de richtlijn BD het
toestel in G.
Door nu te richten op de punten F en G zouden wij dus hetzelfde
effect verkrijgen als docr het richten op C en D.
Uit fig 1. kunnen wij afleiden, dat tot het weergeven van een
verwijderend doel het richtpunt geleidelijk hooger gebracht moet
worden en voor een naderend doel geleidelijk lager.
Om een doel, dat zich evenwijdig aan de batterij beweegt, na te
bootsen moeten wij een richtpunt van links Daar rechts of omgekeerd
bewegeD, terwijl voor het weergeven van een doel, dat zich in schuine
richting beweegt ten opzichte van de batterij, een richtpunt van
links naar rechts of omgekeerd en tegelijkertijd omhoog of omlaag
gebracht moet worden. Gaan wij thans eens na op welke wijze wij
het richtpunt zouden moeten verplaatsen om de beweging van een
doel na te bootsen.
II Theorie der verwijderende en naderende doelen.
Uit fig 1. blijkt, dat een verplaatsing van het doel van C naar
D overe enkomt met een stijging van het richtpunt van F naar G
en ook een verplaatsing van het doel van D naar C met een daling'
van het richtpunt van G naar P.
Tevens leze men uit deze figuur:
FG EGEP maar
en dus FG X AB x AB
ED EC
AD ACX
Hieruit kunnen wij dus de grootte van FG afleiden voor verschil
lende afstanden van het doel en verschillende tijdsduren van beweging
van het doel in verband met de snelheid.
Dl. I, 1898. 28