32
Wat U in den aanvaug zou ontbrekeD, zoudt ge U wel eigen maken,
vooral indien gij, rekening houdende met de lessen der praktijk, er
U op zoudt toeleggen de door capitaine Bougers aangewezen klippen
om te zeilen, wat toch zoo onmogelijk niet moet wezen, getuige de
zie hiervoren door de Haag6che militaire bakkerij behaalde 2de
prijs in concours met vier andere bakkers. Wanneer ik dan ook
protest aanteeken, is dit om te voorkomen, dat Uwe woorden buiten
het korps aanleiding zouden kunnen geven tot meeningen, welke
ook voor U minder vleiend zouden moeten wezen.
Bejammeren doen we wijders dat waar de schrijver op bldz. 609
bovenaan den raad geeft: welnu men scheppe andere en betere
«controlemiddelen" hij niet tevens met een enkel woord aangeeft,
waar we die contrólemiddelen hebben te zoeken. Gulweg erkennen
wij niet te weten waarheen wij ons hebben te wenden, ook al ver
wijst schrijver ons naar de manneD, die op dit gebied (het scheppen
van betere controlemiddelen, welke in de aanbestedingsvoorwaar-
den opgenomen zouden kunnen worden?) hunne sporen verdiend
hebbeD.
Naar aanleiding van wat schrijver al verder zegt, nl. „dat de
„voedingswaarde, de gemakkelijke verteerbaarheid enz. van de rijst
„dit voedingsmiddel geheel geschikt maken om de tarwe (lees het
„versch brood) te vervangen", zouden wij hem wel in gemoededen
raad willen geven eens ongezien te gaan luisteren voor een dergelijk
doel is dat dunkt ons wel geoorloofd naar de wijze, waarop de soldaat
zijn instemming met dit beweien betuigt op den eigen ochtend,
wanneer hem in stede van zijn belegde boterham, een maaltje
rijst wordt gereikt, omdat de brood-leverancier in gebreke is
gebleven. Misschien dat schrijver dan tevens ook wel tot het
inzicht komt, dat bldz. 607 de stelÜDg: „men begrijpt toch
„wel, dat het door de intendance verstrekt wordende brood lang
„zoo gemakkelijk niet zal worden afgekeurd (1) als thans het
„geval is" (lees: als thans het geval is met het door parti
culieren geleverde brood) nog nader bewijs behoeft. Ja zelfs zal
hij dan misschien iets voelen voor de bewering:
(1) Van afkeuren kan m tuur)ijk geen sprake z£n. De grondstoffen zj'n goed en
mislukt soms een baksel, dan wordt natuurlijk ander brood gebakken.