450 die en die middelen, langs dien en dien weg is a-x op te voeren tot a. Zoo moet het ons streven zjjn van het nieuwe vuurwapen het meest mogelijke nut te trekken. Wij moeten het initiatief nemen, wij moeten vragen om de middelen, die wij noodig hebben om in deze richting te werken, met al de krachten, waarover wij beschikken kunnen. Men zal ons het noodige niet onthouden, als wjj tooneD, dat het onze ernstige wil is, om van het goede te komen tot het betere, al zoekende naar het beste. Het is hier niet de plaats om te pleiten voor eene schietschool in Indië, eene schietschool dus voor onze Infanterie en daarvoor alleen. Maar wel is het hier de plaats om er op te wijzen, dat wij, gedurende een aantal jaren, voorlichting noodig zullen hebben, nu ons een vreemd wapen in handen wordt gegevendat men, zonder die voorlichting, gevaar loopt dat het wapen ons lang vreemd en altijd onvoldoende bekend zal blijven. Den troepenofficieren ontbreekt het aan tijd en gelegenheid en in 't algemeen gesproken, ook aan de vereischte speciale kennis, om zich in alle onderdeden met de ballistische eigenschappen van het nieuwe vuurwapen bekend te maken. Daarom is het noodig, dat eenige bekwame officieren in de gelegenheid worden gesteld om, gedurende geruimen tijd, al hunne krachten te wijden aan ten minutieus onder zoek naar de voorwaarden waarop, onder verschillende omstandigheden, het meeste nut van dat wapen kan worden getrokken Het is hoogst moeielijk en bovendien onnoodig om in details te tieden over den aard der proeven, welke genomen zullen moeten wordenvoldoende is het te constateeren, dat men zal moeten komen tot resultaten van practische waarde. Als deze dan zoo spoedig mogelijk ter algemeene kennis worden gebracht of in de voorschriften worden vastgelegd, dan zullen bij de Infanterie gezonde denkbeelden omtrent vuurleiding ontstaan en practisch tot hun recht komen. Daartoe is echter bovendien noodig, dat de officieren, die in de gelegenheid komen om de practijk van het proefveld te toetsen aan de practijk van het gevechtsveld, van hunne ondervinding in deze mededeeling doen (b. v. in ons tijdschrift), ter voorlichting van het legerbestuur in de eerste en van hunne kameraden in de tweede plaats. Men bedenke, dat men in Nederland, op dit gebied althansons onzen eigen weg zal moeten laten gaan. De 6.5 mM. in Nederland

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 463