452
hebben in voorschriften, die daarmede niet of weinig rekening houden.
Om dezelfde reden kunnen wij slechts weinig profiteeren van de
resultaten der uitgebreide studiën, die bekwame officieren van Euro-
peesche legers, ter voorlichting van hunne kameraden, publiceerden
immers daartoe zou het noodig zijn dat, in hoofdtrekken, vaststond
op welke wijze ónze Infanterie tegen ónze gevechtsdoelen van haar
vuurwapen gebruik zal moeten maken, want eerst dan zou kunnen
worden bepaald in hoeverre die resultaten voor ons practische waarde
hebben.
Onze Infanterie kreeg deels en zal anderdeels binnenkort krijgen,
een vuurwapen met superieure hoedanigheden, wel is dit wapen meer
geschikt voor Europeesche infanterie dan voor de onze, maar thans
moeten wij ons daarbij neerleggen; doch daarom behoeven wij nog
niet stilzwijgend toe te zien, als men ons noodzaakt, om, met onvol
ledige kennis van de krachten, die men ter onzer beschikking stelt,
te velde te gaan en nog minder past ons zwjjgen, als het gevaar
dreigt, dat ons, ter aanvulling van die onvolledige kennis, voorschriften
zullen worden gegeven, die alleen onder zekere omstandigheden goed
zijn, terwijl vaststaat dat wij, als regel, te velde juist niet in die
omstandigheden zullen verkeeren.
Onbewust dwalen is bijna eene deugd, het bewijst althans dat er
gezocht wordt naar den juisten weg; met bewustheid afdwalen ter
wille van een zucht tot navolgen, waarbij onwillekeurig aan gemakzucht
gedacht wordt, kan moeielijk gekwalificeerd worden als men zich niet
met minder parlementaire uitdrukkingen wil afgeven. Wel gelukkig
dat daarvan dan ook geen sprake is.
Gaf ik in het bovenstaande mijne meening weer, het is zeer goed
mogeljjk dat die meening, overtuiging zoo men wil, berust op valsche
grondslagen en waar ik sprak van gebrekkige kennis, bedoelde ik
zeker in de eerste plaats de mijne, al durf ik niet zeggen uitsluitend
de mijne.
Mag ik thans mijne persoonlijke onkunde nader blootleggen?
Ik heb het waarachtige verlangen de mij ontbrekende kennis
aan te vullen, alleen om deze reden al durf ik, zonder blozen, voor
mijne onwetendheid uit te komen, hoé groot die ook zal blijken te zijn.
Men sta mij toe haar in vragen te formuleeren.