459 lijf en leden met verhoogd pensioen rondloopt, zal in Nederland in zjjne omgeving de verzuchting doen opgaan: „dat het daar in Indië toch een raar boeltje is!" En het respekt voor een geneeskundigen dienst, die zich zoo „in de luren laat leggen"? (want die het niet weet, zal allicht den ge neeskundigen dienst aansprakelijk stellen). De mindere man in Nederland kan uit voorbeelden weten, dat een verdiend pensioen geen Indisch soldaat wordt onthouden, maar als hij eens tot de overweging kwam, dat een geneeskundige dienst, die in eene richting zóó ver mistast, ook wel eens in andere richting zou kunnen mistasten! In elk geval is het geen voordeel voor het Indische leger allerlei schorriemorrie in Nederland aan te werven, zooals in den laatsten tijd wel geschiedt menschen zonder lichamelijke en geestelijke kracht. Goede soldaten zullen daaruit nooit groeien; het zijn weerbarstige schreeuwers, candidaten voor Klaten. In getalsterke heeft, naar men zegt, het Indische leger een goed standpunt bereikt. In gehalte ook? Waarom maakt men dit niet eens op deze eenvoudige wijze uit. Op een bepaalden dag worden alle valide mannen geteld. Vooral de Europeanen en vooral ook het „valide" te bepalen door officieren van gezondheid en niet door andere officieren niet- deskundigen, zooals thans te doen gebruikelijk schjjnt. Met het oog op de buitengewone vreesachtigheid, door de Hol- landsch-sprekende Indische burgerij in de laatste jaren nu en dan getoond, zal bekendmaking van dit getal echter wel niet gewenscht zijn. Zoude het gemiddelde gehalte van den soldaat hooger moeten zijn het gemiddeld gehalte der officieren van gezondheid kan met betiek- kelijk weinig moeite en haast zonder kosten zeer worden verhoogd. Neemt men de maatregelen in aanmerking, die in Europeesche legers worden genomen om de geneeskundige bekwaamheid dezer officieren op een zeker peil te houden, dan is het Nederlandsche- Oost-Indische Leger zeer achterlijk. Herhalingscursussen voor anatomie, chirurgie, hygiëne, oogheel kunde, enz. ontbreken geheel en al. Leiding, oefening in het optreden te velde is afwezig.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 472