469 gegaan zijn, n. 1. hij zal dadelijk de overtuiging gehad hebben, dat onze militaire litteratuur verrijkt is met een nieuw, degelijk, met zorg samen gesteld stuk werk. De naam van den Majoor Sabron is ons daar borg voor. Een nadere kennismaking met deze nieuwe pennevrucht van den zoo verdienstelijken Nederlandschen stafofficier doet ons gunstig oordeel nog meer stijgen. De opgave der geraadpleegde bronnen en de inleiding van het boek, dat zich aangenaam laat lezen, geven een goed denkbeeld van de ernstige wijze waarop de schrijver zich van zijn moeilijke taak gekweten heeft. Moeilijk toch is het schrijven van goede korpsgeschiedenissen in de hoogste mate, omdat men daarbij telkens stuit op gemis aan gegevens, terwijl de in een leger veelvuldig voorkomende reorganisatiën het meermalen na genoeg ondoenlijk maken om een zich voorgoed of tijdelijk in andere korpsen oplossende afdeeling gedurende haar levensloop te volgen. De inlijving van ons vaderland bij het Fransche keizerrijk, waardoor het Nederlandsche leger feitelijk ophield als zoodanig te bestaan, maakte het zoo goed als onmogelijk een doorloopende geschiedenis van dat leger samen te stellen. Het beschrijven van het tijdperk, gedurende hetwelk een Nederlandsch regiment onder den Franschen adelaar op tal van Europeesche slagvelden lauweren inoogstte, is ook voor de Nederlandsche krijgsgeschiedenis van veel waarde. Dat het goed geschreven boek in veler handen kome! Zij, die er kennis mede maken, zullen daarvan geen spijt hebben. Een enkel woord nog over de wijze van uitvoering. Met zijn titelplaat, de photographien van een tweetal officieren, en de facsimile's van hand- teekeningen maakt het geheel een zeer gunstigen indruk. Te loven is het zeker dat werken als het onderwerpelijke voor rekening van de Ko ninklijke Militaire Academie gedrukt worden. X. De Miuahassa. Haar verleden en haar te genwoordige toestand; door N. Graafland, Oud-zendeling-leeraar, Directeur der kweek school voor inlandsche onderwijzers te Ta- nawangko, en adjunct-inspecteur van het in- landsch Onderwijs in de vijfde afdeeling. Ba tavia, G. Kolff en Co. 1898. Als wij de kaart van onze uitgestrekte Indische bezittingen voor ons leggen en daarna eens nagaan van welke gedeelten belangrijke beschrij vingen op geographisch en ethnographisch gebied bestaan, dan zal dit onderzoek ons zeer zeker niet met trots vervullen over hetgeen in den loop der eeuwen tot stand gebracht werd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 482