474 -
Verspreidt j van huidziektenAls lijders aan schurft of andere huid
ziekten naar het hospitaal gaan, blijven hunne goederen op de compag-
nie's rustkamer achter. Daar komen zij op en bij goederen van anderen
te liggen en worden soms in bruikleen gegeven aan soldaten van de
compagnie, zoo bijv. enkele stukken ter tijdelijke vervanging van on
bruikbare, zoo dekens aan arrestanten.
Is dat alles zonder gevaar? En zoo ja, moet men het dan toch niet
minstens „een weinig vies" noemen? Si Anoe.
Detacheering bij het korps Genietroepen. Het is zeker als een ver
blijdend verschijnsel te beschouwen, dat men in den laatsten tijd te velde,
de genietroepen in ons leger in de gelegenheid stelt, de hun als hulpwapen
opgelegde taak te volvoeren. Daardoor wordt de dienst van het hoofd wapen
zeer verlicht en worden vele onnoodige offers voorkomen. Maar als men
goed op de hoogte is van hetgeen de geniesoldaat te velde presteeren
kan en men gaat, met die kennis toegerust, de uitvoerige gevechtsrapporten
enz. onzer troepen na, dan zal men tot de overtuiging komen, dat van die
genietroepen nog veel meer profijt getrokken zou kunnen worden.
Hoe komt het nu dat zulks niet het geval is?
De reden hiervoor is niet ver te zoeken. De subalterne genieoffieier
is te velde steeds ondergeschikt aan veel hooger in rang zijnde colonne
commandanten, die slechts een onvolledig inzicht hebben in de te vor
deren dienstpraestaties van het hun ondergeschikte hulpwapen.
Welke middelen zouden er bestaan om hierin verbetering te brengen?
Wij willen slechts op het volgende drietal wijzen:
1°. Men noodige in de groote garnizoenen genieofficeren uit om hun
collega's van andere wapens in wetenschappelijke bijeenkomsten het een
en ander omtreut den dienst van de genietroepen te velde mede te deelen.
2°. Men detacheere kader en officieren bij de genietroepen en wel
liefst tijdens de z. g. practische oefeningen.
3». Men deele zooveel mogelijk bij manoeuvres genietroepen in; daar
toe zie men er niet tegen op zoo nu en dan eens een sectie voor eenige
dagen of weken in een ander garnizoen te detacheeren.
De maatregel sub. 2e zou tevens het nut afwerpen, dat men goede,
practisch gevormde instructeurs kreeg voor de pionieroefeningen der
andere wapens, welke tegenwoordig bij vele korpsen niet het nut afwer
pen, wat zij zouden kunnen afwerpen.
Hoogst eigenaardig is het zeker ook, dat de leerlingen der Hoogere
Krijgsschool, de aangewezen troepenleiders en stafofficieren der toekomst,
slechts door een vierdaagech bezoek bij het Nederlandsche korps genie
troepen kennis maken met den dienst van dit techische hulpwapen.
Mineue.