37 terwijl dx eene oneindig kleine grootheid is. Formule (1) moet als de grondstelling der theorie worden beschouwd; alle mogelijke wetten der spreiding kunnen er uit worden afgeleid. Zij drukt uit, wat men noemt, de wet der fouten. Aangezien e (het grondtal van het Nepe- riaansche logarithmenstelsel 2,71828.een positief getal is, grooter dan 1, zoo zal de waarde van afnemen, naarmate x grooter wordt en voor x 0 een maximum zijn. De waarde van verandert niet, als men voor x een positief of een negatief getal substitueert, indien slechts de absolute waarde van x dezelfde is. Men ziet derhalve, dat zoowel de wet der dichtheid als die der sym metrie in formule (1) zijn opgesloten. Stellen wij in (1) x 0, dan vinden wij voor de kans, dat het projectiel geene afwijking zal krijgen, en derhalve in het gemiddelde trefpunt zal treffen W -- dx o y <jr De kans derhalve, dat het gemiddelde trefpunt zal worden getroffen, is recht evenredig met de constante h. Deze constante is alzoo evenredig met de nauwkeurigheid van het schot of wat op hetzelfde neerkomt omgekeerd evenredig met de grootte der spreiding; zij wordt daarom de modulus van nauwkeurigheid genoemd. Uit de beide voorgaande formulen volgt: W W e x o en aangezien h omgekeerd evenredig is met de grootte der spreiding kunnen wij h stellen, waarna de bovenstaande vergelijking overgaat in a2x2 De kans, dat men eene afwijkingx zal krijgen k SB0 is bijgevolg: W, q W e a K k S50 o Nu wordt in de theorie der fouten bewezen, dat a 2 p is (p 0,47693) en dit geeft in verband met de vorige formule: ïl!„=W.' (31 li 2 y 2 WX W0 6 S*o(2) - 4 2 |r 2

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 50