497 hoofdzaak de firma de Lange getroffen moesten worden om be hoorlijk in alle behoeften der troepen te voorzien, dan zal het duidelijk zijn welk een omvangrijk werk een dergelijke voorbereiding is. Uit het medegedeelde zal echter tevens blijken dat hier in casu kosten noch moeite gespaard werden. Omtrent de verdere maatregelen ten behoeve der expeditionnaire troepen genomen zij voorts het volgende vermeld Bij Gouv. besluit van 25 April is onder meer bepaald a. dat alle personeel en dieren der exp. colonne zullen worden verpleegd als op voet van oorlog, in te gaan bij debarkement te Segli, en voor de Selimoen-colonne bij vertrek van Selimoen, en voor hen die reeds te Segli zijn van af aankomst der eerste troepen aldaar. Deze bepaling houdt op op den dag van inscheping bij afloop der expeditie of bij evacuatie van het oorlogsterrein. b. Officieren, onder-luitenants en adj. ond. off. van Atjeh afkom stig zullen gedurende de expeditie niet ontvangen de toelage aif 10 voor bediendenkosten en ad f 1.50 per dag voor vivres. c. aan gehuwde off. en ond. off., die hun gezinnen te Kota-Radja of op Java achterlaten, wordt de toelage voor gehuwden ad f 85 'smaands toegekend, en ontvangen allen huishuur-indemniteit der eerste categorie, terwijl het aan de achtergebleven gezinnen vergund wordt in de door hen betrokken woningen te blijven wonen. (1) d. Bij wijze van entrée de campagne wordt uitbetaald: Aan hen van Java afkomstig, 2 maanden, aan hen van Atjeh af komstig 1 maand huishuur, berekend volgens de hoogste categorie. Ten opzichte van de uitrusting werd door het legerbestuur nog het volgende bepaald: Alle millitairen ontvangen bij vertrek flanellen buikbanden, terwijl in plaats van de broodzakken zooveel mogelijk veldzakken zullen worden medegeveven. Groot-tenue en veldransel worden achtergelaten en de kleeding- tasch medegenomen, waarin 2 stel onder- en bovenkleederen, 1 paar schoenen en de sprei. (1) Hierbij is uit het oog verloren, dat er ook offioieren naar het oorlogstooneel vertrokken zijn, welke geen gouvernementswoning hadden. Getrouwd zijnde, verkeeren zij dug in financieel minder gunstige condities dan andere oollega's.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 510