39 derd met een, of in formule: m --1- n 1 Volgens de theorie der fouten nu moet men de middelbare afwijking met p s/ 2 0,674 vermenigvuldigen om de 50°/o afwijking of de helft der 50°/0 spreiding te vinden. Men heeft dus r=mpl/~2 0,674m. Hoe grooter het aantal proefschoten wordt genomen, des te nauw keuriger is de gevonden waarde der spreiding. In zijne in 1830 verschenen nota Formules de probabilitês relatives au rêsultat moyen des observationsgeett Poisson aan, dat tien twaalf schoten vol doende geacht kunnen worden om daaruit de waarden der spreiding te bepalen. Hoewel hij deze zienswijze nooit gemotiveerd heeft, wat trouwens ook onmogelijk zou zijn geweest, zoo heeft toch zijn woord gezag genoeg gehad om bij tal van commissiën van proefneming de gewoonte ingang te doen vinden de seriën uit een gering aantal scho len te doen bestaan. De fouten-theorie leert evenwel, dat men min stens 20 a 25 schoten behoort te doen om eene eenigszins vertrouw bare uitkomst te krijgen, en waar het nauwgezette proeven geldt, moet dit aantal nog aanzienlijk worden vermeerderd. Daar dit onder werp tot de meer ingewikkelde problemen der theorie behoort, kun nen wij hierop niet verder ingaan de lezer, die hieromtrent meer wenscht te weten, verwijzen wij naar het artikel van den Generaal Putz in de Revue d'Artillerie 188^, getiteld: Applications ducalcul des probabilitêswaarin deze quaestie uitvoerig is behandeld. Alleen zij hier opgemerkt, dat de fout om bij het bepalen der spreidingen veel te weinig projectielen te verschieten, nog zeer algemeen is. Gelijk iedereen bekend is, wordt de spreiding der projectielen veroorzaakt door tal van verschillende oorzaken, die ieder op zich zelf eene zekere spreiding teweegbrengen. Werken deze oorzaken onafhankelijk van elkander, dan bestaat er tusschen de spreidingen, die zrj ieder op zich zelf teweegbrengen en tusschen de spreiding, die het gevolg is van hunne onderlinge samenwerking, een zeer een voudig verband. Zij bijv. aangenomen, dat er n oorzaken zijn, die respectievelijk spreidingen geven van sx s2enz. sn M,dan is de spreiding, die het gevolg is van hunne onderlinge samenwer king, gelijk aan V 2 _L v 2I v 2

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 52