40 S=r 8, 2 +>2 2 +h8 2 H2 M.(4). Deze eigenschap is in de leer der spreidingen van veel belang; zij is dan ook van uitgebreide toepassing. Laten wij, om haar door een voorbeeld toe te lichten, aannemen, dat bij volmaakt zuivere richting de 50°/o lengtespreiding bij een of ander wapen gelijk is aan 20 M en dat door de richtfouten, zoo het wapen absoluut geene spreidiDg had, eene 50°/0 spreiding zou worden veroorzaakt van 15 M. Bij een vuur met dit wapen zal derhalve oe werkelijke 50°/o sprei ding y 20 2 -f- 15 2 25 M. zijn. Een hoogst belangrijk gevolg van deze eigenschap is, dat men in de leer der spreidingen dikwijls vele beuaderingen kan invoeren, die het vraagstuk oneindig veel gemakkelijker en eenvoudiger ma ken, en toch betrekkelijk weinig afbreuk doen aan de nauwkeurigheid van de oplossing. Nemen wij bijv. aan, dat sommige oorzaken, waar van we de werking goed kunnen nagaan, eene 50°/0 spreiding te weegbrengen van 30 M en dat verschillende nevenoorzaken, waarvan de werking, óf geheel in 't du'ster ligt, óf moeilijk kan worden nage gaan, eene spreiding veroorzaken van 10 M. Op het eerste gezicht schijnt het dan aan ernstige bedenking onderhevig de laatste oorzaken geheel te verwaarloozen en maakt het den indruk van eene zóó ruwe benadering, dat men er niets aan heeft. Maar de zaak verschijnt in een geheel ander licht, als men formule (4) toepast waaruit blijkt, dat de 50°/0 spreiding bij samenwerking van alle oorzaken gelijk is aan y 302 -f- 102 =31, 6 M. of slechts 1, 6 M. meer dan die, welke door de eerste rubriek veroorzaakt wordt. Het verwaarloozen der tweede rubriek, heeft derhalve slechts eene geringe fout tenge volge, en is dan ook volkomen geoorloofd. Zulks springt te meer in het oog als men bedenkt, dat in de schootstafels herhaaldelijk fouten voorkomen, die 10 of 20 maal grooter zijn. In elk geval is het duidelijk, dat geringe benaderingen al zeer weinig afbreuk zullen doen aan de nauwkeurigheid, en dat men, waar geene zeer groote nauwkeurigheid verlangd wordt, volstaan kan met de hoofdoorzaken der spreiding te beschouwen. Meermalen komt het voor, dat men reden tot twijfel heeft of bij eenig vuur de wetten der spreiding doorgaan. In de meeste gevallen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 53