x2 46 de afwijking x en in de lengte de afwijking y te krijgen. Tolgena formule (2) heeft men dan: w w w Wa s W T o a y P x y oB e (BS50) i oLe (ls50) 2 en stellen we nu 2 en 2 4r, dan vinden we Wp WqB WoL e in2 n2 Deze formule geeft aanleiding tot eene merkwaardige gevolgtrek king. Men ziet, dat de waarde van Wp d. i. de kans om het punt P te treffen, niet verandert, als men aan x en y andere waarden x 2 y toekent, zoo slechts de waarde van^g-"!"constant blijft. Alle pun ten, waarvan de coördinaten aan de voorwaarde voldoen, dat c2 is fc eene willekeurige constante), hebben gelijke m" n2 v trefkans. Maar nu is uit de eigenschappen der kegelsneden bekend dat de meetkundige plaats van punten, die aan deze voorwaarde voldoen eene ellips is, waarvan het middelpunt samenvalt met het snijpunt O der coördinatenassen en wier assen met deze assen samen vallen. Construeeren we dus eene dergelijke ellips, die door het punt P gaat, dan zullen alle punten, die op deze lijn liggen, even veel trefkans hebben. Punten binnen de ellips gelegen hebben meer, punten daarbuiten minder trefkans. Beschouwen we thans de ellips E. G. P. H. waarvan de halve assen respectievelijk gelijk zijn aan 2 BSbo en 2 LS50. Reeds vroeger hebben we gezegd, dat afwijkingen, grooter dan 2 S50 als practisch onmogelijk beschouwd moeten wordende punten H. en G. zijn dus de grenzen der spreiding in de richting O. G. Punten daarbuiten hebben zóó weinig trefkans, dat we mogen aannemen, dat deze niet getroffen kunnen worden. Doch alle punten van de ellips E. G. F. H. hebben evenveel trefkans als de punten G. en H; deze ellips bevat dus alle practisch mogelijke trefpunten en zij vormt zelf de grens der spreiding in alle mogelijke richtingen. AVij zullen daarom verder deze ellips de ellips der totale spreiding noemen. Uit het voorgaande volgt verder, dat de trefferbeelden bij een ge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 59