65 oogpunt al heel slecht te verdedigen is; de bruggen laten in afme tingen (zie o. a. bij Senelop) niets te wenschen over. Bij rivieren en waterleidingen prijken bijna alle oude namen naast de nieuwedui delijkheidshalve ware het ook raadzaam geweest de Kroengs, wa terleidingen, enz in blauw en zwart uit te trekken, zooals trouwens de legenda aangeeft. Wel is er aan gedacht de Belang Nedjid in de buurt van Anak Galoeug en andere belang's niet te vergeten, doch de naam Biang Bintang ontbreekt onbegrijpelijker wijze. Met de lichtgroene tint heeft men op niet minder eigenaardige wijze omgesprongenhier is verzuimd die kleur bij bosch en klapperboomen aan te brengen, elders ligt zij over groote suikerriettuinen zonder eenige consequentie verspreid; zelfs bij de meest middelmatige afwerking had men dat anders mogen verwachten. Wat de beschrijving (lettering) zoomede de keuze van het letter schrift betreft, daargelaten dat nagenoeg geen eenvormigheid is be tracht, staan bijna alle zwarte namen slordig op de kaart; correctie ware ook hier zeker niet overbodig geweest. Met de hoogtelijnen besluitende, teekenen wij aan, dat hierbij is afgeweken van het in Indië gehuldigde beginsel (1om de horizontale snijdingsvlakken aan te brengen op een onderlingen afstand gelijk aan de helft van het aantal duizendtallen der schaal; wellicht is dat een gevolg van subjectieve opvatting of van de overhaasting, waar mede de kaart is afgewerkt, doch voor een kaart, die als terreinkaart ongetwijfeld op Atjeh haren iveg zal vindenwaarvan men dus ver wacht, dat zij door Indische officieren zal worden gebruikt, hadden wij gaarne die gewoonte gevolgd gezien. De grijze onderdruk, in de critiek van den Mil. Speet, zoo geroemd, speelt ons echter ook hier weer leelijk parten. Men volge eens de tranches in de sawah! En dan die groene tinten, die „duidelijkheids halve" de feilen der hoogst gebrekkige reproductie met den mantel der liefde bedekkeu!; men beschouwe de hoogtelijnen bij Blang Kala, Glé Data, den oost- en westrand der vallei van Lampisang, bij Mata Aïr, enz. en men sla eens een blik in het kaartje van Lehoeng bij (1) Alleen bij overzichtskaarten wijkt men wel eens van dien regel af. Dl. III 1898.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 78