MILITAIRE BROODBAKKERIJEN.
In de negende aflevering van den „Militairen Spectator" troffen
wij een opstel aan van den heer T. J. A. Molenaar handelende over de
broodbereiding ten behoeve van ons leger. Met enkele der in dat
opstel geleverde beschouwingen niet kunnende instemmen, besloten
wij den Redacteur van het Ind. Mil. Tijdschrift ter plaatsing aan
te bieden een opstel, dat wij reeds in begin 1890 samenstelden,
maar dat tot nu toe is blijven liggen. Wij meenen dit te eerder
te kunnen doen, omdat naar het ons toeschijnt, de jaren het geschre
vene niet hebben doen verouderen. Dit opstel luidt als volgt.
Ru voor het leger in werking zijn getreden nieuwe voedings
tarieven, waarvan verwacht mag worden, dat zij een betereen meer
rationeele voeding van den soldaat mogelijk maken, nu meer en
meer het denkbeeld veld wint, dat 't voor een goede voeding niet
voldoende is, dat de staat een zeker aantal voedingsmiddelen tot
bepaalde hoeveelheden per man en per dag beschikbaar stelt, maar
dat daarbij ook behooren bekwame middelen zoowel personeel
als materieel om die voedingsmiddelen te bereiden en in een
toestand te brengen, waarin de daarin voorkomende voedingstoffen
op de gemakkelijkste wijze door het menschelijk organisme worden
opgenomen geassimileerd nu kan het niet ontijdig heeten thans
weder eens de broodbereiding in eigen beheer in dit tijdschrift ter
sprake te brengen.
Zoo deden indertijd Mati Panari (1) en Jozè (2) en wees de
tegenwoordige majoor der Infanterie S. de la Parra (3) op de on
dervinding ten deze opgedaan in West-Indië, waar in vroegere
tijden zeer lang geleden de levering van het brood, evenals
(1) le halfjaar 1882 bldz. 695 en volgg.
le id 1884 289
(3) le id 1881 663
Dl. III, 1898. 1