DE ONTWIKKELING VAN JAPAN, MET HET OOG OP „HET GELE GEVAAR". J. H. ENGELBREGT. Onder bovenstaanden titel komt in de September aflevering van het vorige jaar van het „Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië" een belangrijk artikel voor over de wijze, waarop zich gedurende de laatste paar jaren het energieke Japansche Rijk heeft weten te ontwikkelen. 1 April 1897 is in Japan de loopende begrooting voor het nieuwe jaar aangevangen, welke geheel en al op Europeesche leest geschoeid is. De heer Engelbregt zegt omtrent de hem bekende bijzonderheden dezer begrooting: „Wij achten deze, en nog andere bijzonderheden, welke met be trekking tot de steeds voortschrijdende ontwikkeling dezer Aziatische „grootmacht werden aangetroffen, van genoegzaam gewicht, om daarvan „mijne lezers kennis te doen nemen, overtuigd daarbij, dat de bedoelde „grootmacht met het oog op de toekomst onzer Oost-Indische be zittingen, zoowel van een staatkundig en militair, als van een com- «mercieel standpunt veel meer dan het Hemelscho Rijk, de aan dacht verdient van hen, die in deze bezittingen belang stellen. „Dreigde, van dit standpunt, vroeger alleen gevaar Van de zijde „van Europeesche koloniale mogendheden; gedurende de laatste jaren „is te dien opzichte een groote verandering ontstaan. Van het oogen dlik, dat het land der „Rijzende Zon" zijn, op modernen voet geschoeide „krijgs- en zee-macht op schitterende wijze den vuurdoop zag ondergaan; „dat het aan zijn handelsvloot een uitbreiding wist te geven, welke „haar de evenknie maakt van die van alle groote zeevarende volken; „dat zijn industrie een vlucht nam, welke haar reeds nu, wat som- „mige artikelen betreft, een overwicht op de Aziatische markt ver- Zekert; dat het, door het bezit van Formosa en van de Pescadoren DOOR

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 159