BOEKBEOORDEELING, Een waardig einde, van liet reeds zoo gunstig beoordeelde werk van overste Hooyer, is zeer zeker dit derde aan den Atjeh-krijg gewijde deel, waarvoor wij slechts één lof kunnen zijn. Zeer volledig, voor zoover het bestek van zjjn werk hem zulks toeliet, zaakrijk en onderhoudend geschreven, weet hij zijn lezers een duidelijk overzicht, zoowel op politiek als op militair gebied, van den worstelstijd in Sumatra's Noordpunt te geven. Zeker ter beantwoording van hetgeen door den recensent van het IIe Deel van zijn werk, met wiens opvattingen wij volkomen instemmen, op blz. 297 van Deel II jaargang 1896 van dit tijdschrift gezegd wordt, lezen wij thans: „Hierbij zullen wij ons onthouden van kritiek. De eerbied voor de „vele groote mannen, die hun gezondheid en kracht, hun bloed en hun „leven ten dienste van het vaderland in Atjeh veil hadden, en moesten „handelen naar hoogst onvolkomen gegevens en onder zeer bezwaarlijke „omstandigheden, zou ons reeds moeten weerhouden van een beoordeeling „hunner handelingen. Wij onthouden ons daarvan te eerder, omdat o. i. „eigenlijk gezegde critiek in een werk als dit niet t'huis behoort, terwijl „het ook, wilden wij alles vermelden, wat op hun doen en laten invloed „uitoefende, een veel te groote uitgebreidheid zou krijgen." Wij achten beslist een kritische behandeling der krijgsgeschiedenis noodig om daaruit voldoende leering te trekken. Toch kunnen wij ons althans voor dit derde deel wel verplaatsen in den gedachtengang van den schrijver, al betreuren ook wij het, dat overste Hooyer met zijn goed versneden pen niet hier cn daar door een kritische behandeling van de stof, de waarde van zijn werk nog meer verhoogde. Dat een dergelijke behandeling aan den schrijver toevertrouwd ware geweest blijkt uit de wijze, waarop hij nu en dan de in Atjeh plaats De Krijgsgeschiedenis van Kcderlandsch- Indië van 1811 tot 1894, samengesteld door Gr. B. Hooyer, gepens, luitenant-kolonel der Infanterie O. I. Leger. Ille deel. Batavia Gr. Kolff Co. Den Haag, de Gebr. van Cleef, 1897.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 169