NOG EENS HET ONDERRICHT IN HET SCHIETEN
BIJ DE BEREDEN ARTILLERIE.
Vervolg van blz. 981 vorigen jaargang en slot
Een groot bezwaar bij het gebruik van toestellen voor oefeningen
in de vuurleiding heb ik steeds gevonden het tijdverlies, dat met
de behandeling daarvan gepaard gaat. Dit tjjdverlies maakt dat de
vuurleider gelegenheid heeft tot kalm nadenken en hij zich, nog vóór
dat de beslissing is gevallen, de vraag kan stellen hoe te handelen
ingeval er een [-)-] of wordt verkregen. Uit een theoretisch
oogpunt is daar niets tegen, maar op deze wijze blijft men eigenlijk
steeds theorie houden over inschieten in stede van dat op eene eenigs-
zins practische wijze te beoefenen. Het opvolgen van de schietre-
gels der bereden artillerie is eene dood eenvoudige zaak, indien men
er maar behoorlijk bij kan nadenkeniets anders wordt het wanneer
men zonder tijd tot langdurige overwegingen voor een commando
betreffende de een of andere O.H. of T. wordt gesteld. Bij het
werkelijk schieten toch is er na het vallen van een schot nog even
tijd de binocle voor de oogen te brengen om de noodige observatie
te doen en dan dient, nagenoeg gelijk met den knal van het springen
de projectiel, het commando voor O H. c. q. T. voor het volgende
schot te volgen. Wie daarbij draalt, weet de volle gevechtswaarde
zijner stukken niet te benutten.
Hoewel ik nu gaarne erken, dat van alle toestellen, waarmede ik
tot nu toe kennis maakte, aan dien van den heer van Loon het
minste tijdverlies verbonden is, zoo blijkt toch dat bij eene redelijke
vuursnelheid er geen vuur mede kan worden nagebootst.
Vóór het l8te schot toch moet men eerst eenmaal draaien om de
OH. aan te geven, waarmede het vuur wordt geopend, terwijl bo
vendien voor ieder schot tweemaal gedraaid moet worden n. 1. een
keer om den zin van het schot aan te geven en de tweede maal