467
Deze kleine opmerkingen doen echter aan de waarde van het geheel
niets te kort.
Dat het legerbestuur er toe besluiten kon het practische boekje van
kapitein Brandenburg gratis aan het infanteriekader te verstrekken.
Zijn er onder de collega's van andere wapens geen personen, die het
hun gegeven voorbeeld zouden willen navolgen?
Historisch Overzicht van het bestaan der
Militaire School te Meester-Cornelis (N. I.)
(October 1852 Juli 1896) Samengesteld door
J. J. Yerwijnen, Kapitein-kwartiermeester,
Oud-Instructeur van de Militaire School. Haar
lem, De Erven Loosjes. Samarang, G. C. T.
van Dorp en Co.
In zijn voorbericht deelt de schijver ons mede, dat het in 1892 door
het Opperbestuur in Nederland genomen besluit, om de Militaire School
te Meester-Cornelis als instelling tot opleiding van onderofficieren tot den
rang van 2en luitenant bij het wapen der infanterie of bij den dienst
der militaire administratie op te heffen en haar te veranderen in eene
inrichting tot opleiding voor het toelatingsexamen voor den Hoofdcursus
te Ka i pen, hem deed besluiten een verhaal samen te stellen, waarin
getracht is een overzicht te geven van de trapsgewijze ontwikkeling en
bloei en het langzame verval dier school.
De heer Verwijnen had voor zijn werk de beschikking over de archieven
van het Departement van Oorlog en van de Militaire School.
Het werk levert een historisch overzicht, gelijk de titel aangeeft, nie
meer en niet minder, het verdedigt noch veroordeelt dezen boven door
het Opperbestuur bedoelden maatregel.
Alleen deelt de schrijver ons als zijn persoonlijke overtuiging mede,
dat het kwijnend bestaan der Militaire School, gedurende de laatste jaren,
geen recht gaf haar in dien toestand te handhaven. De gevallen slag
werd verwacht door een ieder, die met het bestaan der school van nabij
bekend was.
Is deze meening de juiste, dan zeggen wij het hem gaarne na, dat het
te betreuren blijft, dat niet intijds afdoende maatregelen getroffen zijn om
de inrichting voor haar langzamen maar zekeren ondergang te behoeden.
Te meer leggen wij hier den nadruk op, omdat de numerieke aan
vulling van het Indische officierskorps ten eenenmale onvoldoende is.
Meer dan voor eenig ander leger is het een eisch, dat het officierskorps
van het Nederlandsch-Indische leger steeds voltallig, ja meer dan voltallig
is. Gewoonlijk voor een belangrijk gedeelte te velde zijnde, is het aantal
van hen, dat in het tropische klimaat door ziekten, binnenlandsche