470 Elke poging om in de bestaande leemte te voorzien, behoort dan ook met ingenomenheid begroet te worden. Waren wij dus bij ontvangst der eerste aflevering van „De Minahassa" reeds gunstig gestemd, kennismaking met die aflevering schonk ons de overtuiging, dat de schrijver een werk van groote wetenschappelijke waarde zal leveren. In onze dagen, waarin zoo velen den blik naar Noord-Celebes richten, zal een beschrijving der Minahassa door iemand, die zoo zeer in de gelegenheid was dit interessante land te leeren ken nen, zeker hoogst welkom zijn. Willen schrijver en uitgevers de waarde van het werk, dat zij ondernemen en dat in hoogstens 18 afleveringen van 4 vel druks k f 0.80 per aflevering voltooid zal zijn, nog verhoogen, dan zij hun het volgende aanbevolen. De eerste legge zich een weinig meer toe op den stijl; voor een weten schappelijk werk moge een goed leesbare stijl al niet zoo'n eisch zjjn als voor romans en andere litterarische producten, ter aanbeveling strekt deze zeker. Den uitgevers geven wij in overweging de bij de laatste aflevering toegezegde kaart zoo spoedig mogelijk aan de inteekenaren te verzenden; de belangrijkheid van het werk zal daardoor nog eerder in het oog springen. Met verlangen zien wij de tweede en volgende afleveringen tegemoet. Figuratieve Schetskaart van de PedirBtreek. Schaal 1.50000. Samengesteld naar gegevens van inlanders, door den controleur le klasse B.B.Ch. L. J. Palmer van den Broek. Uitgegeven door het Topographisch Bureau te Batavia. April 1898. De voor ons liggende figuratieve schetskaart, die onze colonnes zeer zeker van veel dienst zal zijn, geeft een zeer duideljjk overzicht van de geheele Pedirvallei, terwijl op de kaart de indeeling is aangegeven van de Federatie der XII Oelèëbalangs (Pedir) en van die der VI Oelèëba- langs (GHgiëng). In hoeverre de controleur Palmer van den Broek er in geslaagd is meer of minder vertrouwbare gegevens te verzamelen zal, naar wij hopen, spoedig blijken. Besluiten wij met den wensch, dat het den opperbevelhebber der ex- peditionnaire macht gelukken moge na eenige gevoelige slagen het verzet in den grond te breken, dat onze colonnes de rijke dicht bevolkte Pedir vallei zegevierend in alle richtingen mogen doorkruisen en dat het on- noodig zij dit welvarende land aan de vernieling prijs te geven. Dan ook zien wij van den Topographischen dienst spoedig een uitge werkte gedetailleerde kaart van Pedir tegemoet. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 483