ONTHULLING YAN HET ATJEH-MONUMENT OPENING YAN HET WILHELMINA-PARK. Het is in den morgen van den 2den September 1898; reeds vroeg, zeer vroeg hebben duizenden belangstellende Europeanen en inlanders zich verdrongen in de nabijheid der Noordelijke helft van het heden door Z. E. den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië te openen en in te wijden Wilhelmina-park. Yol verwondering en nieuwsgierigheid richten zich tal van oogen naar het reusachtige, aan vier in de nationale kleuren geverfde masten opgehangen, zeildoek-lichaam, waarbinnen zich het te onthullen Atjeh-monument bevindt. Ook naar het park, reeds lang als zoodanig betiteld, doch dat eerst thans door de volijverige bemoeiingen der Park commissie en de werkdadige hulp van Genie en Waterstaat aan zijn naam zal gaan beantwoorden, richt zich menige vragende blik. De al te sombere boommassa heeft eenige der haren zien nedervellen en heeft daardoor ruimte geschonken om het Atjeh- monument op de voordeeligst mogelijke wijze te doen uitkomen tegen een passenden achtergrond. Die achtergrond toch wordt gevormd door het thans voor ieders oogen openliggende, eenmaal geduchte fort Prins Frederik nu slechts één groote grijze steenklomp, die, behalve als magazijn voor oorlogsvoorraden, slechts historische waarde meer heeft met zijn in wandelpaden herschapen wallen, en door den helder verlichten hemel, waar tegen de het monument bekronende vrouwenfiguur zeer zeker schitterend mooi zal uitkomenDoch wij loopen voor uit op de dingen, die komen zullen. Intusschen is het gaandeweg half acht geworden en hebben EN

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 100