leger, indachtig aan het „Ik zal handhaven", zijn uiterste krachten
zal inspannen om het schoone Insulinde tegenover eiken aan
rander te verdedigen voor Vorstin en Vaderland en dat het,
mocht een dergelijk offer gevraagd worden, met den naam van
zijn Vorstin op de lippen bij de vervulling van die taak zal
weten onder te gaan.
IV