106
tjamats enz. opgeroepen om de behulpzame hand te bieden
en gaarne hebben deze aan dien last voldaan, daar zij toch
weten dat de dag voor hen besloten wordt met eene zoo zeer
geliefde danspartij, een najoban, waaraan ieder zal deelnemen.
In het dorp wordt de officieele macht vertegenwoordigd dooi
den districtsschrijver, een ondergeschikt ambtenaar, voortgeko
men, na jaren lange diensten om niet, uit de talrijke magang
klasse. De man loopt vandaag met een air van gewicht rond.
Hoe heerlijk een inlander reeds het nietsdoen vindt en hoeveel
bekoorlijker dat wordt, wanneer het op een dag als deze zoo goed
als verplichtend wordt, toch kan hij niet buiten eenige vermaken.
Tegen de namiddaguren stroomt men dan ook naar de café-
billards om zich te vergasten, door zelf deel te nemen, dan wel toe
te kijken naar het bij den Soendanees zoozeer geliefd biljartspel.
Met ballen van bijna achtkantige doorsnede op een biljart,
waarvan de banden ongeveer de veerkracht van hout hebben,
vermaakt hij zich uren lang. Het blijft niet allen bij kijken,
elk spel geeft aanleiding tot kleine weddenschappen, juist als
bij wedrennen, en de spelers wetende dat velen belanghebben
bij het verloop van de partij, doen hun uiterste best. Het
gaat daar alles behalve stilzwijgend toe, de vroolijke opgewekte
natuur van den Soendanees doet zich ter dege geldeneen
mooie stoot wordt luide toegejuicht, een minder gelukte geeft
aanleiding tot plagerijen en kwinkslagen, een en ander nu niet
juist in den meest beschaafden vorm.
Tegen het vallen van den avond komen de draagbare gaar
keukens opzetten en vatten post op de hoeken van de straten
en bij de koffiehuizen; de best voorziene hebben bij hunne uit
rusting een staande petroleumlamp, welke de koopwaren ver
lichten moet. Om die wandelende kookgelegenheden verzamelen
zich groepjes om hun avondmaal te doen, en de bezoekers van
de biljartzalen komen er ook eene hartversterking halen.
Een paar kooplieden zijn met hunne rookende keukentjes in
de café's doorgedrongen en dragen er nu toe bij om de reeds met
inlanders overvulde ruimte, tot een voor Europeesche neuzen
noch on verdragelij ker verblijf te maken.