110 Nemen wij thans het werkje van den heer de Ridder ter hand, dan treffen wij daar, na een opsomming van eenige der ter plechtigheid aanwezige ridders der Militaire Willemsorde, het volgende aan: „Dat ik bij al die namen niet dien van den eersten luitenant „S. A. Drijber noemde, is geen vergissing. Al zou hij zich „daar ook in nog zoo'n goed gezelschap bevinden, hij, de eenige „luitenant met de Eeresabel, die hem eenige dagen te voren te „Nijmegen uitgereikt was, verdient een afzonderlijke vermelding, „gelijk ieder hem ook van ganscher harte de groote eer gunt, „die hij genoot, toen hij, tijdens de opstelling der troepen voor „het deüleeren, aan het Koninklijk rijtuig ontboden werd, waar „H. M. de Koningin-Regentes zich geruimen tijd met den „34-jarigen man over zijn dapper gedrag onderhield. „Hulde dien bescheiden held; dank der Koningin-Moeder, „Die nergens beter dan op deze plaats en bij deze gelegenheid „in het openbaar kon toonen, hoe Zij de dapperheid van ons „Indisch Leger waardeert". XX.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 128