31 AUGUSTUS 1837.
Het jaar 1837 kenmerkt zich door een gebeurtenis tot nu toe
eenig in de geschiedboeken van Nederlandsch-Indië—het bezoek
aan deze gewesten van een Prins uit het Huis van Oranje.
Zijn de rechtstreeksche aanrakingen van de Oranje's met het
Indische Leger uit den aard der zaak slechts beperkt geweest in
een Oranje-nummer van het Indisch Militair Tijdschrift is eene
herinnering aan de eenige maal dat een Oranje vorst, door een per
soonlijk bezoek van zijne belangstelling, niet slechts in onze
Koloniën, maar ook in ons Leger deed blijken, zeker niet misplaatst.
Te minder waar de Prins gelegenheid vond bij dit bezoek aan
die belangstelling door daden uiting te geven. Een van deze is het
onderwerp dezer regelen.
Prins Willem, Frederik Hendrik, zoon van den lateren Koning
Willem II, den 13denJuni 1820 geboren, verliet den 17den October
1836 aan boord van het fregat Bellonagecommandeerd door den
Kapitein ter zee Arriens, de reede van Texel en bereikte, na een
oponthoud van twaalf dagen te Rio Janeiro den 9ien Februari 1837
de reede van Bataviawaar het schip door den Prins zeiven ten
anker werd gebracht.
Na in de hoofdplaats feestelijk te zijn ontvangen, en na ook Bui
tenzorg te hebben bezocht, vervolgde de Prins den 258ten Februari
zijne reis naar de Molukken; bezocht Makassarwaar de Koning
van Goa zijne opwachting kwam maken; de residentie Menado;
Ternate en TidorAmboina en Banda en kwam den 7den Juni te
Soerabaia. Van deze plaats uit werden Madoera en de Oosthoek
bereisd.
Het defensie-stelsel van Graafvan den Bosch was in dien tijd in
uitvoering genomen. Allerwege op Java waren belangrijke ver
sterkingen onderhanden. Te Soerabaia was men begonnen met