7
„voorvader van Uwe Koninklijke Hoogheid, Graaf Willem van
Oranjeden eersten steen gelegd is van Nederlands onafhanke
lijkheid, door het afwerpen van het Spaansche juk.
„Wij willen hopen dat de vestingwerken op Java, waaraan
„Uwe Koninklijke Hoogheid den eersten steen wel heeft willen
„gelieven te leggen, zullen bijdragen om het behoud van Neder-
„landsch-Indië aan het huis van Oranje te verzekeren.
„Ik bid Uwe Koninklijke Hoogheid wel te willen toestaan
„dat de truffel en het schootsvel, waarmede Hoogstdezelve ge-
„werkt heeft door het Korps Genie-officieren in Nederlandsch-
„Indië als een bewijs van eerbied aan uw Koninklijke Hoogheid
„worden aangeboden; en aan Uwe Excellentie onzen beminden
„gebieder dat de kalkbak en het kussen, dat Zijne Koninklijke
„Hoogheid heden gebruikt heeft, evenzoo als een bewijs van
„eerbied van de Genie-officieren aan Uwe Excellentie mogen
„worden aangeboden."
De Prins en de Gouverneur-Generaal namen de aangeboden
werktuigen aan. Z. K. H. verzekerde dat deze dag Hem steeds
in het geheugen zou blijven en bedankte voor de geuite gevoe
lens van aanhankelijkheid.
Door den Kolonel der Genie werden de hooge bezoekers weder
naar de ontvangloods teruggeleid, van waar zij naar het hötel
te Rijswijk terugkeerden.
De Gouverneur-Generaal bood des middags den Prins een
gala-diner aan naar aanleiding van de plechtigheid van den dag.
Wij gaven de beschrijving dezer plechtigheid, zooals wij ze
in de Javasche Courant van 2 September 1837 en in andere
oude bescheiden vonden.
Kantteekeningen daarop zouden hier niet op hunne plaats
zijn. Onwillekeurig echter trekt het de aandacht hoe bij deze
geheele plechtigheid de Directeur van de Genie op den voor
grond treedt. Moet dit ten deele zeker geweten worden aan
den aard van het feest, voor een ander deel vindt dit feit zijne
verklaring, eenerzij ds in de afwezigheid van den Commandant
van het Leger, (Generaal Cochius was vóór Bondjol), anderzijds