8 in de plaats, die toen de Genie in het Leger innam. Eene plaats, die zeer verschilt van die, welke dat Wapen thans vervult. Den 30en September verliet de Bellona Batavia; over Riouio en Singapore vervolgde de Prins Zijne reis naar Engelsch-Indië. „Tot een blijvend aandenken tot in verre tijden" verzocht men den Prins namen te geven aan de nieuwe versterkingen. De bouwwerken bestaan nog, maar hebben een goed deel van hunne waarde verloren. Als versterkingen zijn zij uit den „staat" vervallen of daarin teruggebracht tot eene klasse, waar over zij bij hunnen bouw zouden hebben gebloosd. De namen bleven tot nu toe behouden maar zullen onge twijfeld ook met de verandering der bestemming verdwijnen en van de naamgeving zelve bestaat reeds bij het tegenwoordig geslacht weinig heugenis. Ging dus dit „aandenken" ras voorbij en strekt het zeker niet tot in „verre" tijden de gedachte, die daaraan ten grondslag- ligt, blijft. Zij wijst op den band, die door de geschiedenis van eeuwen is gelegd tusschen ons Vaderland en zijn doorluchtig Vorstenhuiszij spreekt van de bezieling, die voor ieder Neder lander van den naam Oranje uitgaat. Verbond vóór 61 jaren op den 31en Augustus een vorst van Oranje Zijn naam en dien van Zijn geslacht aan een werk, dat als steunpunt werd beschouwd voor het Nederlandsch gezag in de Koloniën, op dezen 31™ Augustus zal een telg uit dat Oranjehuis Haar naam en Haar persoon verbinden aan Neder land èn aan Indië. Begroette toen Batavia den Prins, die door zijne aanwezigheid blijken gaf van warme belangstelling in Kolonie en Leger, thans biedt èn Nederland èn Indië Haar blijde hulde, die een steunpunt van het gezag, hechter dan steen en cement, vindt in de liefde van een volk, dat in Oranje het symbool van zijn vrijheid en van zijn volksbestaan ziet. Beslaat het gebeurde op den 31™ Augustus 1837 eene blad-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 20