ONZE KONINGINNEN EN HET NEDERLANDSCH-
INDISCHE LEGER.
Op het oogenblik, dat H. M. de Koningin Regentes de re
geering over het Koninkrijk der Nederlanden in de handen van
Hare Dochter zal overdragen en van het staatstooneel zal te
rugtreden, is het een plicht der dankbaarheid, om de groote be
langstelling, de trouwe liefde te herdenken, die Koningin Emma
gedurende den tijd, dien zij aan Neerland's belangen is verbon
den geweest, voor het Nederlandsch Indische Leger heeft aan
den dag gelegd, verwekt het een gevoel van groote erkentelijk
heid te mogen bevestigen, dat zij die belangstelling, die liefde
in even groote mate bij de jonge Vorstin heeft aangekweekt.
De staaltjes van de wijze, waarop Moeder en Dochter aan
die gevoelens jegens de Koloniale armee uiting hebben gegeven,
zijn talrijk en moeten ieder in het moederland vertoevend In
disch officier zijn opgevallen. Ongezocht grepen Zij elke gele
genheid aan om aan de officieren van het rijk in Azië te toonen
dat zij met hen medeleefden, dat zij hun leven en streven waar
deerden, dat Hare harten bloedden wanneer offers gebracht wer
den, dat zij juichten wanneer de zegepraal aan onze zijde was. Zij
schonken met Haar beiden aan eiken Indisch en officier, die de
eer had met Haar in aanraking te komen, de overtuiging dat
goed en bloed daar ginds in het verre Oosten niet onopgemerkt
werden gevraagd en gegeven; Zij deden ieder, die tot Haar
naderde, vertrekken met het streelend bewustzijn dat de bij
kameraadschappelijke bijeenkomsten, bij feestelijke gelegenhe
den, in gevaren en onder vermoeienissen in het rijk van Insu-
linde zoo dikwijls aangeheven kreten van „Leve de Koningin" en
Oranje boven" tot op den troon gehoord en wat meer zegt,
begrepen waren.