"Welk eene bezieling sprak er uit de korte, doch ongemeen
innige toespraak door de Regentes op den 6en Juli 1895 in de
Maliebaan te 's Gravenhage gehouden tot de ter zake van Indische
krijgsverrichtingen met decoratiën en eereteekenen begiftigde
militairen, met welk eene overgroote voldoening, met welk een
stralend gelaat vermeldde Zij niet, dat de jonge Koningin er
prijs op had gesteld, om die insignes zelf uit te reiken.
Er waren bij die gelegenheid eenvoudige soldaten, sommigen
reeds in burgerkleeding, die bij het beklimmen van de treden
der tribune niet zoo dicht tot Hare Majesteit dorsten te naderen
als noodig was om zich het kleinood op de borst gehangen te
zien. Welnu, Koningin Wilhelmina deed eenige schreden vooruit,
daalde een paar treden af om met een allerliefst Ik feliciteer
U welden nederigen krijgsman de welverdiende onderscheiding
te schenken.
Voor allen, die zoo van nabij als van verre, getuigen waren van
den hierbij tentoongespreid en eenvoud, zal dit optreden onver
getelijk blijven. En dan de beminnelijke attentie, om elk dei-
gedecoreerde of met een eereteeken begiftigde militairen geluk
kig te maken met eene photographie van de plechtige uitreiking
met eigenhandig onderschrift van Koningin Wilhelmina en be
geleidend schrijven van den particulieren secretaris, waarin deze
mededeelde, dat de Koningin hoopte, dat de plaat den eigenaar tot
eene aangename herinnering aan den 6en Juli 1898 zou strekken.
Bij voorstellingen aan of bij gelegenheid van een particulier
onderhoud met de Koningin Regentes, wist Hare Majesteit door
een juist van pas aangebrachte opmerking steeds te toonen,
dat Zij de militaire gebeurtenissen aandachtig volgde, terwijl
belangstellende vragen naar de familieomstandigheden of naai
den gezondheidstoestand van den Haar gepresenteerden officier,
den weldadigen indruk vestigden, dat de tocht naar het Paleis
geen vergeefsche was geweest.
Het zou mij niet moeielijk vallen nog eenigen tijd in dezen
geest voort te gaan, maar voor het doel, dat ik met deze
bijdrage beoogde, heb ik reeds genoeg gezegd.