21 Bij dagorder van 18 Februari 18-50 deed de Hertog van Saksen Weimar, Kommandant van het Indische leger mededeeling van de eervolle belooningen, welke door Z. M. den Koning geschonken werden aan de krijgslieden van de Land- en Zeemacht, welke zich bij de 2l,e en 3l,e Balische-expeditiën meer in het bijzonder onder scheiden hadden. Uit die dagorder zij het volgende hier overgenomen; „En Zijne Majesteit heeft in het algemeen aan de Militairen en „Schepelingen van de Land- en Zeemagt, welke tot deze expeditiën „behoord hebben, H. D. tevredenheid betuigd over hunne, bij die „gelegenheden, betoonde moed en volharding, met bepaling dat „daarvan bij afzonderlijke Dagorders, zoo in Indië&ls in Nederland „melding zal worden gemaakt. „Voorts heeft Zijne Majesteit bepaald, dat het vaandel van het „7de Bataillon Infanterie, gekommandeerd door den Luitenant-Kolo nel Le Bron de Vexela, met het teeken der Militaire Willemsorde „versierd zal worden, om reden van de bijzonder uitmuntende „diensten, door dat Bataillon bewezen, bij het omtrekken en aan ballen der versterkingen van Djaga-Raga, op den 15ien en 16llen „April j.L, met bepaling tevens, dat daarvan almede bij afzonder- „lijke Dagorders, zoo in Indië als in Nederlandmededeeling zal „worden gedaan." Bovendien was in genoemde dagorder voor het Indische Leger tevens opgenomen de Dagorder, welke onder 's Konings handtee- kening, ter zake voorschreven, was uitgevaardigd „Officieren, onderofficieren en manschappen van het Leger in „Nederlandsch-Indië „Het is Mij een bijzonder genoegen eenezoo uitstekende „aanleiding te hebben, als de voorspoedig afgeloopene jongste „Balische expeditie, om U allen, maar inzonderheid hun, die „aan dezen krijgstogt hebben deel genomen, Mijne tevredenheid „te betuigen voor de daarbij aan den dag gelegde dapperheid „en volharding. „Het Indisch Leger, ondersteund door onze wakkere Zeemagt, „heeft lauweren verworven, op welke het fier kan zijn. „Indien Ik slechts aan sommigen het eereteeken der braven

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 35