~1 22 „kan schenken, Ik wensch echter dat allen, die zich met „onderscheiding van hunnen pligt hebben gekweten, mogen „overtuigd zijn, dat Ik hun lofwaardig gedrag met opmerkzaam heid heb gadegeslagen en hoog waardeer. „Officieren, onderofficieren en manschappen van het Indisch „Leger! Ik zeg U dank voor de voorbeeldige trouw en ijver, „waarmede Gij de schoone doch moeijelijke taak vervult, welke „U is opgedragen. Gaat voort op den ingeslagen weg. „Bewaart de rijk gezegende gewesten, welke aan Uwe waak zaamheid, aan Uwen moed zijn toevertrouwd. Het Moeder hand ziet met welgevallen op Uw edel streven. Deszelfs „Leger misgunt U Uwen roem niet, het verheugt zich veeleer „in den glans Uwer wapenfeiten, welke op zijne banieren „terugkaatst. „Dapper Leger van Nederlandsch-IndiëMijne hoogachting, „Mijne zorg voor Uwe belangen blijven U gestadig vergezellen." „Gegeven te 's Gravenhage, den llden December 1849. (w.g.) „Willem." De dagorder van 18 November 1856 luidt: „Bij gelegenheid van een, ter eere van den geboortedag van „Z. K. H. den Prins van Oranje, in het Paleis te 's Hage, door „Z. M. onzen geëerbiedigden Koning aan de officieren der reser- „vebrigade gegeven diner, op den 5deu September 1856, heeft „het H. D. behaagd, den volgenden toast in te stellen: „Mijne Heeren! „De kameraadschap onder krijgslieden schat geene ruimte „geene afstanden om die te onderhouden; al zijn wij door „zeeën gescheiden van onze kameraden van het Nederlandsch- Indisch leger, wij willen ook hen bij deze gelegenheid indachtig „zijn; en onze hulde toebrengen aan die wapenbroeders, welke „door zoo vele bewijzen van dapperheid, rnoed en trouw, de „eer van de natie, den roem der wapens handhaven, het bezit „der Oost-Indische Koloniën bestendigen en de rust onder hare „inwoners handhaven. „Welligt zijn velen hunner op het oogenblik in den strijd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 36