nr I 38 kend voor deszelfs gehouden gedrag bij de krijgsverrichtingen in het Palembangsche in 1851 1852. 1858-1854. Deelgenomen aan de krijgsverrichtingen in de Wes- ter-afdeeling van Borneo. Bij Gouvernementsbesluit van 31 December 1854 N°. 9 eervol vermeld voor deszelfs gehouden gedrag gedurende de jaren 1853-1854. 1858. Deelgenomen aan den tocht naar Boelèleng (Bali) ter uit levering van Pembekel Njoman Gembol. Eereteeken voor belangrijke krijgsbedrijven 1849 Bal\ 1850-1854 Wester afdeeling van Borneo. 26 Mei 1859. Met paspoort afgegaan. 3 Juni 1859. Als sergeant bij de Barisan van Madoera in dienst getreden onder den naam van Raden Ma- jang Koro. 6 Juli 1861. Bij Gouvernementsbesluit van dien datum N°.l benoemd tot 2den Luitenant-adjudant. 20 Juli 1871. Bij Gouvernementsbesluit van dien datum N°. 16 bevorderd tot kapitein. 20 Juli 1872. Bij Gouvernementsbesluit van dien datum N°. 18 bevorderd tot majoor. 1873. Deelgenomen aan de l"e Expeditie tegen het rijk van Atjeh. Bij Koninklijk besluit van 6 October 1874 N°. 10 benoemd tot Ridder der Militaire Willemsorde 4de klasse als hebbende zich onderscheiden bij de lsle Expeditie tegen Atjeh. Atjeh Medaille 1873-1874. Gesp voor het Eereteeken voor belangrijke krijgsbedrijven 1873-1874. 1875-1876. Deelgenomen aan krijgsverrichtingen in Atjeh. Bij Koninklijk besluit van 24 Maart 1877 N°. 5 begiftigd met de Eeresabel met het opschrift Koninklijk eereblijk voor betoonde Dapperheidals hebbende zich onderscheiden bij de krijgsverrich tingen in Atjeh van 25 December 1875 tot 9 Maart 1876. Gerechtigd tot het dragen van het onder scheiding steeken vastge steld bij Koninklijk besluit van 8 September 1877 N°. 20. 1 April 1881. Bij Gouvernementsbesluit van dien datum N°. 13 bevorderd tot Luitenant KolonelCommandant van het Korps Barisan van Bangkalan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 54