50 Dillenburg, die Utrechts Unie 't eerst onderteekende, en wat nie mand moet vergeten, de machtige beschermer was van Weten schap en KunstAchter ons de beelden van een breede rij van helden, helden van de daad en helden van den geest. De tijden gingen voorbij. De hand, die deze heide broeders eens verbond, werd nauwer toegehaald toen de kleinkinderen van beide met elkaar in 't huwelijk traden en daaruit Jan Willem Friso werd geboren, die van Willem III de waardigheid erfde van Prins van Oranje en van wien in rechte lijn afstamden de drie Nederlandsche Koningen en ook Zij, die heden onzen scepter aanvaardde, Koningin Wiliielmina. Geen historische herinneringen verlangen we heden, maar dit weinige moest neergeschreven worden opdat we opnieuw diep en innig zullen gevoelen, wat het beteekent dat Zij, Koningin Wilhelmina, regeert. Zij, de dochter van een geslacht van helden, met wie Neder lands geschiedenis zoo nauw, zoo innig, zoo onverbreekbaar is verbonden. Niemand achte dit klein of van minder beteekenis. Een volk, dat zijn verleden kan vergeten, is voor den ondergang rijp. En wanneer dan dit verleden werkelijk groot is en van zulke heerlijke dingen getuigt, dan scharen we ons met al de liefde van ons hart, maar ook met een gevoel van fierheid, rondom den troon van Haar, die ons aan dat verleden bindt. En dat doen we met dubbele sympathie waar Zijzelve is de werkelijk Nederlandsche Jonkvrouw, die reeds zoo vaak getuigde en be wees dat Haar hart voor ons Vaderland klopt; die, opgevoed door' trouwe, moederlijke liefde, gevormd werd voor de zware raak die Haar wacht; die heden tot ons komt in al den glans van jonkvrouwelijke reinheid met een bede in 't hart voor Nederlands geluk. We vergeten het niet, dat een vrouw onze Koningskroon draagt, dat getuigt ervan dat er ook breede schaduwen liggen over 't geen achter ons is De dood nam, en ontijdig, zoovelen weg op wie Nederland gehoopt had. En telkens als weer een werd weggeborgen in het Koninklijk graf, dan voelden we de waar heid van dat woord

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 66