i t
I
Jl
53
toekomst, we kunnen 't zelfs niet vermoeden, maar dan weten
we wel, dat we 't zedelijk recht hebben het uit te spreken tegen
over allen: „Ze zullen liet nooit hebbenhet clierbre vaderland!"
En zoo gestemd hebben we recht tot hopen. Tot hopen op
een toekomst vol licht. Dan verwachten we dat rondom den troon
van Oranje het morgenlicht zal rijzen van den komenden dag!
Of acht men dit alles een eenzijdig idealisme, dat bezwijken
moet voor den heiligen ernst der werkelijkheid? Wij antwoorden:
laat er gebroken worden met iedere onwaarachtigheid, geen
knielen langer voor eene traditie, die alle waarde verloor. Wij
gevoelen ons onvoorwaardelijk kinderen van 't heden en wen-
schen niet één stap terug te gaan. Maar daarom is 't juist onze
feestdag, omdat hij ons weer nauwer verbindt met dat Vorsten
huis, dat de leuze afkondigde: „de Vorst is om het volk, niet
het volk om den Vorst," dat altijd hoog heeft opgeheven het
vaandel der conscientievrijheid, waardoor Nederland de wijkplaats
was voor allen, die voor haar lijden moesten. Neen, nooit rafele
de band, die aan ons verleden ons bindt. Nog zijn we een volk,
klein maar zelfstandig, met eigen taal, eigen letterkunde, eigen
historie, eigen roepingwie dat gevoelt en weet, wil ook voort
trekken de historische lijn, die nooit onderbroken mag worden.
Nog eens herhalen wij het: 't is ons een voorrecht dit alles
te mogen uitspreken in een tijdschrift voor ons Indisch Leger
bestemd. En als we denken aan de heerlijke roeping van dat
leger, dan gevoelen we, dat het juist in deze dagen geroepen
wordt tot grooter dingen, omdat „adeldom verplichtingen oplegt".
De dagen zijn voorbij waarin men met hooghartigen glimlach
van „die Kolonialen" sprak. Een oud vooroordeel is ook hier
bijna reeds dood. Wie onzen soldaat kent, is niet blind voor
zijn fouten en gebreken, zou heel veel nog anders willen, maar
gevoelt toch altijd hartelijke sympathie voor die mannen, die den
moed hadden heen te trekken naar vreemde oorden en daar den
kamp te aanvaarden voor de eer van 't Vaderland, maar weet
bij ervaring dat onder hen honderden gevonden worden met
een edel mannenhart. En daarom.... dwalen deze bladzijden
soms heen naar de niet-militaire wereld, dan vraagt een niet-